H1- spelling - les 4

Les 4 Spelling
- Bezitsvorm


1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 4 Spelling
- Bezitsvorm


Slide 1 - Tekstslide

4 spellingonderdelen
- Meervouden
- Samenstellingen

- Bezitsvorm
- Verkleinwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Bezitsvorm
- In de hal staan de schoenen van mijn vader.

Bezitsvorm:
In de hal staan mijn vaders schoenen. 

De bezitsvorm van een ZNW schrijf je meestal door er een  -s achter te zetten.

Slide 3 - Tekstslide

Regels:
- Hoofdregel: Je schrijft eigenlijk altijd een s eraan vast.

* Als ZNW eindigt op een lange klinker of een -y schrijft je 's.
* Als ZNW eindigt op een sisklank schrijf je alleen een apostrof.


Slide 4 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 5 - Tekstslide

De kamer van mijn broer
- Mijn ...........kamer
A
broer's
B
broer'
C
broers
D
broeres

Slide 6 - Quizvraag

De fiets van Mieke
- ............. fiets
A
Mieke's
B
Miekes
C
Mieke'
D
Mieke s

Slide 7 - Quizvraag

De telefoon van Farah.
- ................. tefeloon
A
Farah'
B
Farahs
C
Farah's
D
Fara's

Slide 8 - Quizvraag

De doos van oma.
- ............. doos.
A
oma's
B
omaas
C
omas
D
oma'

Slide 9 - Quizvraag

De tas van Morris.
- ............ tas.
A
Morris's
B
Morriss
C
Morris
D
Morris'

Slide 10 - Quizvraag

Het kapsel van Patrice.
- ............ kapsel.
A
Patrice'
B
Patrices
C
Patrice's
D
Patrice

Slide 11 - Quizvraag

Op de volgende slide...
- Noteer je een naam van een klasgenoot en een ZNW.
- Maak hier dus een bezitsvorm van!

Slide 12 - Tekstslide

Naam klasgenoot + ZNW - bezitsvorm

Slide 13 - Woordweb

Eigen naam + ZNW over Texel!

Slide 14 - Woordweb

Einde les bezitsvorm

Slide 15 - Tekstslide