Dagbesteding les 5

Dagbesteding 
les 1
Dagbesteding Les 5
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding 
les 1
Dagbesteding Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Programma 

  • Herhaling vorige les
  • Behandelen theorie; passende dagbesteding, mantelzorg, respijtzorg
  • Vragen?


Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog van vorige les?
Even herhalen...

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les :

  • Herken je de 4 hoofdelementen van passende dagbesteding
  • Weet je wat de verschillen en overeenkomsten zijn van vrijwilligerswerk en mantelzorg
  • Kun je een activiteit opstellen met behulp van de 6 "w's".

Slide 4 - Tekstslide

Noem de stappen van de methodische cyclus

Slide 5 - Open vraag

motorische component
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te passen
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 6 - Quizvraag

sociaal psychologische component
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te passen
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 7 - Quizvraag

handelingscomponent
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 8 - Quizvraag

Handelingscomponent
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te passen
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 9 - Quizvraag

Cognitieve component
A
kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
B
het uitvoeren van de handeling is automatisme
C
je durft de handeling in de praktijk toe te passen
D
je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Slide 10 - Quizvraag

Passende dagbesteding
Afstemming tussen datgene wat de cliënt nodig heeft in combinatie met zijn/ haar wensen (vraag) en de randvoorwaarden en kenmerken waaraan het activiteitenprogramma voldoet. (aanbod)

Slide 11 - Tekstslide

de vier hoofdelementen van passende dagbesteding

Slide 12 - Tekstslide

timer
1:00
Noem een voorbeeld van een taak van een mantelzorger of een vrijwilliger.

Slide 13 - Woordweb

Samenwerken met vrijwilligers en mantelzorgers. 

Het kent veel voordelen, net zoals een medewerker:
- Sociale contacten;
- een zekere mate van verantwoordelijkheid;
- werkervaring;
- zinvolle tijdsbesteding.
Zijn een vertrouwd beeld binnen de maatschappelijke zorg.
 Bedrijfsvoering is mede afgestemd op de inzet van vrijwilligers. Ze zijn onmisbaar en wenselijk. Ze zijn nodig om de intensieve en vaak individuele zorg op een aanvaardbaar peil te houden. 

Slide 14 - Tekstslide

Op welke manier kun je vrijwilligers werven?

Slide 15 - Woordweb

Werven en ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers. 
Werving van vrijwilligers:
- Werven in het sociale netwerk van de cliënt;
- Werven in de buurt;
- Werven via publiciteit;
- Vrijwilligerswerk als onderdeel van een opleiding;
- Werven via de vrijwilligersvacaturebank.
Ondersteuning van de vrijwilliger:
Hoe werkt  een rolstoel?
Hoe ga ik een trottoir op en af 'zonder dat ik mijn rug blesseer, of zonder dat Piet uit de rolstoel valt


Slide 16 - Tekstslide

Samenwerken met vrijwilligers en mantelzorgers. 
Geef je vrijwilligers af en toe een blijk van waardering!!


Enkele vormen van waardering:
- Nieuwjaarskaart van de instelling;
- Bij artikelen in de krant de inzet van vrijwilligers benoemen;
- Kies de vrijwilliger van het jaar voor je instelling;
- Organiseer een klein presentje, bijvoorbeeld een chocoladeletter met Sinterklaas

Slide 17 - Tekstslide

Vrijwilligers en mantelzorgers
Mantelzorg is de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten: familieleden, vrienden, kennissen en buren.

Vrijwilligers hebben een keus maar mantelzorgers vaak niet;
Cliënt is een broer, zus, vader, moeder, echtgenoot of kind;
Noodgedwongen hulpverlener geworden;
Komen emoties bij kijken;
Balanceren op de grens;
Opofferingen. 

Slide 18 - Tekstslide

Vervangende zorg of respijtzorg
Respijtzorg betekent dat je de mantelzorgers de mogelijkheid geeft even hun zorgtaken tijdelijk aan een ander, over te dragen.


Kent vele vormen:
- Opvang zoals buitenopvang;
- Bij de zorgvrager thuiskomen;
- Uitgevoerd worden door beroepskracht of vrijwilliger;
- Kan incidenteel zijn of structureel;
- Kan gaan om een gezamenlijke vakantie van de mantelzorger en de zorgvrager waarbij de zorg wordt overgenomen door een zorgprofessional. 

Slide 19 - Tekstslide

De 6 'w' s
1) Om wie gaat het?
2) Waarom vindt de activiteit plaats?
3) Wat vindt er precies plaats?
4) Welke activiteiten zijn er nodig (waarmee) ? 
5) In welke omgeving vindt de activiteit plaats (waar)? 
6) Het tijdstip, de duur en de frequentie (wanneer)? 

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht
Verzin een activiteit voor een of meerdere zorgvragers van je werk/ bpv plek waarbij je de 6 'w' s gebruikt.

Slide 21 - Tekstslide

Zijn er vragen?

Slide 22 - Tekstslide