VWO 4 GL Chapitre 1 - comparaisons, verbes pronominaux, vocabulaire
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Mes amies sont _____________ (grappiger dan) ma famille.
Slide 2 - Open vraag
Le français est _____________ langue ____________ du monde entier. (mooiste)
Slide 3 - Open vraag
________________ (het beste) serait d'étudier beaucoup pour l'examen.
Slide 4 - Open vraag
Mon père parle _______________ (minder snel) anglais que chinois.
Slide 5 - Open vraag
Ma famille ________________ (se réveiller - présent / passé composé) à 6 heures.
Slide 6 - Open vraag
Madame, vous ____________ (se loger - passé composé) à l'hôtel Imperium?
Slide 7 - Open vraag
Hier, ils _________________ (se perdre - p.c.) au centre commercial!
Slide 8 - Open vraag
Et, à quelle heure tu _______________ le samedi dernier?
Slide 9 - Open vraag
de jongste
Slide 10 - Open vraag
de oudste
Slide 11 - Open vraag
Welk woord hoort
bij het plaatje?
bij het plaatje?
Slide 12 - Open vraag
Welk woord hoort
bij het plaatje?
bij het plaatje?
Slide 13 - Open vraag
close zijn met
Slide 14 - Open vraag
embêtant
Slide 15 - Open vraag
taquiner
Slide 16 - Open vraag
internetten
Slide 17 - Open vraag
se rendre compte de
Slide 18 - Open vraag
être habitué à
Slide 19 - Open vraag
's avonds, 's middags, 's ochtends
