de imperatief

• Nederlands
• Secondary Education

de imperatief

Zeg het nog een keer!

Ga de volgende straat rechts!

Wacht tot je aan de beurt bent!

Kijk uit!

Wat valt je op?

Im Niederländischen wird die Befehlsform (imperatief) für Menschen, zu denen ich "je" sage gebildet indem

1. man besonders laut spricht.
2. man ein Ausrufezeichen setzt.
3. man nur den Verbstamm verwendet.
4. man die 2. Person Plural verwendet.

Zegt u het maar! 

Komt u maar!

Gaat u maar rechtdoor!

Wilt u hier a.u.b. niet roken!

Wat valt je op?

Die Befehlsform (imperatief) wird in der Höflichkeitsform (wenn ich "u" sage) gebildet, indem

1. ein "t" an den Verbstamm gehängt wird.
2. indem ich kein Ausrufezeichen setzte.
3. indem ich nicht ganz so laut spreche.
4. indem ich die Singularform der ersten Person verwende.

Zur Erinnerung:

Den Wortstamm bilde ich, indem ich die Endung -en der Grundform streiche:

praten - prat

Beachte die Rechtschreibregeln: Ein langer Vokal muss beibehalten werden, ein kurzer auch.

Übersetzte: Vergiss dein Geld nicht!

Übersetze: Iss nicht mit den Händen!

Wat zegt het bord? Schrijf het op en gebruik de imperatief.

Wat zegt het bord? Schrijf het op en gebruik de imperatief.

Wat zegt het bord? Schrijf het op en gebruik de imperatief.

Wat zegt het bord? Schrijf het op en gebruik de imperatief.

Wat zegt het bord? Schrijf het op en gebruik de imperatief.

Es gibt natürlich Ausnahmen:

Eine wichtige Ausnahme ist: Wees blij/optijd

"wees" wird von dem Verb "zijn" abgeleitet, es ist wie im Deutschen das Verb "sein" sehr unregelmäßig

Meer informaties vind je op pagina 72 t/m73 in je werkboek.

Bewerk nu de paginas 76 t/m 78.