week 40




Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie





Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Week 40

timer
1:30
Aan het einde van deze week kan jij:
- bijvoeglijke bepalingen in een zin herkennen
- het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen
- hoofdzinnen en bijzinnen herkennen
Klaar?
- puzzel!
Vandaag:
- opdrachten klassikaal
- zelfstandig werken


Je legt klaar:
- iPad 
- Nieuw Nederlands
- werkschrift
- etui
hulp? check het eerst bij een groepsgenoot!
Grammatica §7: 1, 2, 3, 4
Grammatica §9: 1, 2, 3, 4, 5

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les




Vandaag:
- we bekijken hoe we werken met het boek
- we bekijken de taak
- instructie Lees- en luisterstrategieën
- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal
- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig
- evaluatie





Je legt klaar:
- iPad in de aanslag (dicht)
- agenda
- 2 A4 schriften
- pen
Week 40

timer
1:30
Aan het einde van deze week kan jij:
- bijvoeglijke bepalingen in een zin herkennen
- het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen
- hoofdzinnen en bijzinnen herkennen
Klaar?
- puzzel!
Vandaag:
- opdrachten klassikaal
- zelfstandig werken


Je legt klaar:
- iPad 
- Nieuw Nederlands
- werkschrift
- etui
hulp? check het eerst bij een groepsgenoot!
Grammatica §7: 1, 2, 3, 4
Grammatica §9: 1, 2, 3, 4, 5

Slide 1 - Tekstslide


Koen: §7, §8                       Robin: §8
Valente: §8                                               







Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naamwoordelijk gezegde?
1. Doet het onderwerp iets of is het onderwerp iets?

2. Als het onderwerp iets is (zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen), stel de vraag: Wat + pv + ow + overige werkwoorden? 
Het antwoord is het naamwoordelijke deel.

3. Noteer het naamwoordelijk gezegde:
pv + [naamwoordelijk deel] + overige werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde?
- De Rodermarkt is weer een groot succes.

- We zijn vaak in de booster geweest.

- Het schijnt drukker te zijn geweest dan vorig jaar.

- We hebben nu alweer zin in volgend jaar.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga vandaag weer van een lekker stukje taart smikkelen.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ga vandaag weer van een lekker stukje taart smikkelen.
Noteer het werkwoordelijk gezegde.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik word ook wel de beste taartenbakker van de provincie Drenthe genoemd.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik word ook wel de beste taartenbakker van de provincie Drenthe genoemd.
Noteer het naamwoordelijk gezegde.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik decoreer mijn taarten het liefst met vers fruit.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik decoreer mijn taarten het liefst met vers fruit.
Noteer het werkwoordelijk gezegde.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben wel een stukje zwaarder geworden.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik ben wel een stukje zwaarder geworden.
Noteer het naamwoordelijk gezegde.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf vandaag ga ik daarom een stuk minder taarten eten.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf vandaag ga ik daarom een stuk minder taarten eten.
Noteer het werkwoordelijk gezegde.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik zal mezelf daarom nog maar op drie stukjes per dag trakteren.
Noteer het werkwoordelijk gezegde.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik zal mezelf daarom nog maar op drie stukjes per dag trakteren.
Noteer het werkwoordelijk gezegde.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hopelijk blijf ik op mijn huidige gewicht.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hopelijk blijf ik op mijn huidige gewicht.
Noteer het naamwoordelijk gezegde.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De bijvoeglijke bepaling
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een andere zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bijvoeglijke bepaling is een
A
zin
B
zinsdeel
C
deel van een zinsdeel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
....... de post van mijn oma......
A
de post
B
post
C
van mijn oma
D
oma

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
Mijn mooie, rode barbecue ......................
A
Mijn
B
mooie, rode
C
mijn mooie, rode
D
barbecue

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bijvoeglijke bepaling?
A
Dat is een zinsdeel.
B
Het is geen zinsdeel, het is een woordsoort
C
Dat is een deel van een zinsdeel.
D
Een bijvoeglijke bepaling is hetzelfde als een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies