Pop art - algemene theorie + opdracht onomatopoeia

Pop art
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunstzinnige oriëntatiePraktijkonderwijsLeerjaar 1,3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 18 min

Onderdelen in deze les

Pop art

Slide 1 - Tekstslide

Pop Art
Pop-art is een kunststroming die ontstond in de jaren 50. Na veel oorlog en donkere tijden, was het tijd voor veel kopen, reclame, rijkdom en kleur!

Pop Art is een afkorting van Popular Art (=volkskunst). De kunststroming wilde dat kunst dingen uit zouden beelden uit het gewone leven. 

Kunstenaars die tot de stroming Pop Art behoorden, haalden hun inspiratie uit dingen uit het dagelijks leven èn door stripboeken. 

Slide 2 - Tekstslide

Keith Haring
Kijk op de volgende pagina voor het filmpje

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Hoe begon Keith Haring met zijn kunst?
A
Op school
B
Bij zijn vader
C
Op het metrostation
D
Op zijn werk

Slide 5 - Quizvraag

Waarom deed Keith Haring dit?
A
Omdat hij zich verveelde
B
Omdat hij op school geen kunst mocht maken
C
Om de politie dwars te zitten
D
Omdat hij kunst aan mensen wilde laten zien

Slide 6 - Quizvraag

Roy Lichtenstein
Roy  (New York 1923 – 1997) was een kunstenaar uit de stroming Pop-Art. 

Roy Lichtenstein is een kunstenaar die een strip tekening uitvergrootte tot schilderijen. Hij gebruikte vooral
- de primaire kleuren
- omrande zijn tekeningen met zwarte lijnen
- gebruikte veel stippen, woorden en tekstballonnen in zijn werk. 
Hij is wereldberoemd en heeft tot vandaag nog steeds een grote invloed. 

.

Een van de meest bekende werken van Lichtenstein is het schilderij Whaam uit 1963.

Slide 7 - Tekstslide

Roy Lichtenstein
Bekijk het filmpje over Roy Lichtenstein

Slide 8 - Tekstslide

Tekeningen
zwart omrand
Primaire kleuren
Stippen als achtergrond
Woorden en tekstballonnen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Inspiratie

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht
  • Maak van stevig gekleurd papier een onomatopee!
  • Verzin een woord dat bij jou past.
  • Teken de letters die bij het woord passen eerst op een half A4.
  • Verzin en maak dan een achtergrond in 3 lagen.
  • Gebruik kleur en stippen in kleuren

Slide 20 - Tekstslide

Beoordelingscriteria
  • Past je lettertype bij je gekozen woord. 
  • Je hebt in ieder geval primaire kleuren en zwart gebruikt. 
  • Je hebt gebruik gemaakt van tekstbalonnen.

  • Je achtergrond past bij het gekozen woord. 
  • Het geheel is netjes afgewerkt.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide