Gesteentelagen zijn lagen zand/klei die over elkaar heen worden afgezet en verstenen.
De oudste gesteentelagen liggen het diepst.
Fossielen komen in deze
gesteentelagen voor. Hoe hoger (dichterbij de oppervlakte) ze liggen hoe jonger ze zijn.
Soms vind je ze alleen in één gesteentelaag en daarna niet meer. Dit betekent dat dat dier is ontstaan (eerst was het er niet) en daarna verdwenen. Dit is een belangrijk argument voor de evolutietheorie.