woordenschat Taalcompleet A1 thema 1 deel 1

Woorden thema 1 deel 1
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woorden thema 1 deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De woorden

1. getrouwd
2. de kinderen
3. groeten
4. de mevrouw
5. tot ziens
6. de dochter/ de zoon
7. de familie


8. de ouders
9. het meisje
10. praten
11. de kleinkinderen
12. de zin
13. het woord
14. de letter

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

getrouwd

Slide 3 - Woordweb

De leerlingen associëren. 
getrouwd
De man en de vrouw zijn getrouwd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de kinderen

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

de kinderen
De kinderen spelen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

groeten
Ik groet de lerares.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de mevrouw
Dit is mevrouw Jansen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tot ziens
Ik zwaai en 
zeg: 'tot ziens!'

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de dochter/
de zoon

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

de dochter/ de zoon
Mijn dochter is 6 jaar.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de familie

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

de familie
Ik heb een grote familie.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de ouders
Mijn ouders zijn
 25 jaar getrouwd.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het meisje
Het meisje draagt een gele jurk.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

praten
Ik praat met mijn zus.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de kleinkinderen
Mijn oma heeft 6 kleinkinderen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de letter
De eerste letter van mijn naam is V.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het woord
Deze zin heeft
 vijf woorden.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de zin
Elke zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.

letter: A
woord: appel
zin: De appel is lekker.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met het woord
'praten'

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met het woord
'het meisje'

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met het woord
'de mevrouw'

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin met het woord
'getrouwd'

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak nu de opdracht in de Classroom.

SUCCES!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies