Duits start!

Duits
  • Algemene kennis over Duitsland
  • Luisteroefeningen, wat kun je al verstaan?
  • Overeenkomsten Duitse/Nederlandse en Fryske taal.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Duits
  • Algemene kennis over Duitsland
  • Luisteroefeningen, wat kun je al verstaan?
  • Overeenkomsten Duitse/Nederlandse en Fryske taal.

Slide 1 - Tekstslide

Deutschland
hat 16 Bundeländer

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel inwoners heeft Nederland ongeveer?
A
3 miljoen
B
10 miljoen
C
18 miljoen
D
25 miljoen

Slide 3 - Quizvraag

Duitsland heeft ongeveer
A
8 miljoen inwoners
B
80 miljoen inwoners
C
18 miljoen inwoners
D
83 miljoen inwoners

Slide 4 - Quizvraag

De hoofdstad van Duitsland is
A
Keulen
B
Bonn
C
Berlijn
D
Hamburg

Slide 5 - Quizvraag

Op het Duitse kenteken van een auto staat:
A
de letter A
B
De letter D
C
de letters BRD
D
de letters NL

Slide 6 - Quizvraag

Het Duitse nationale voetbalteam wordt
A
"Die Mannschaft" genoemd
B
"Die Fussballspieler" genoemd

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen Duits automerk?
A
Porsche
B
Opel
C
BMW
D
Fiat

Slide 8 - Quizvraag

Luisteroefeningen
Wat kun je al verstaan?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welk product wil deze reclame aanprijzen?
A
klompen
B
tomaten
C
voetbal
D
een bank

Slide 11 - Quizvraag

Beluister het liedje
1. Schrijf op waar het over gaat
2. Schrijf alle woorden die je herkent ook op.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Waar gaat dit liedje over?

Slide 14 - Woordweb

De Duitse taal
Lijkt in sommige gevallen best erg op het Nederlands of zelfs op het Frysk. Kijk maar!

Slide 15 - Tekstslide

Ich bin verliebt
A
Ik ben gek
B
Ik ben verliefd
C
ik ben blij
D
ik ben boos

Slide 16 - Quizvraag

Du hast blaue Schuhe
A
Jij hebt blauwe schoenen
B
Jij hebt grote schoenen.

Slide 17 - Quizvraag

Wir haben einen Hund.

Slide 18 - Open vraag

Das ist mein Vater und das ist meine Mutter.

Slide 19 - Open vraag

Ik vond dit best
Gemakkelijk/ einfach
Moeilijk/ schwer

Slide 20 - Poll