Bij de boer.

Bij de boer.
 1. Pim en Sep zijn bij de boer.
 2. In de wei staat een geit en een paard.
 3. Op het erf loopt een kat.
 4. De boer heeft ook een lam.
 5. Een lam van het schaap.
 6. Sep en Pim geven eerst melk aan het lam.
 7. Daarna geven ze hooi aan de koe.
 8. De koe zegt.......................
 9. Hij smult van het hooi.
10. Dat doen jullie goed zegt de boer.
11. Wij helpen u ook graag. 

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bij de boer.
 1. Pim en Sep zijn bij de boer.
 2. In de wei staat een geit en een paard.
 3. Op het erf loopt een kat.
 4. De boer heeft ook een lam.
 5. Een lam van het schaap.
 6. Sep en Pim geven eerst melk aan het lam.
 7. Daarna geven ze hooi aan de koe.
 8. De koe zegt.......................
 9. Hij smult van het hooi.
10. Dat doen jullie goed zegt de boer.
11. Wij helpen u ook graag. 

Slide 1 - Tekstslide

Welke dieren staan in de wei?
A
paard en een koe
B
paard en een geit
C
lam en een schaap
D
schaap en een koe

Slide 2 - Quizvraag

Van welk dier is het lam?
A
koe
B
paard
C
schaap
D
geit

Slide 3 - Quizvraag

Wat loopt er op het erf?
A
hond
B
eend
C
kat
D
koe

Slide 4 - Quizvraag

Wie zijn "ze" in regel 7
A
de boer en de koe
B
Sep en Pam
C
Pim en de boer
D
Pim en Sep

Slide 5 - Quizvraag

Wat moet er op regel 8 staan?
A
boe
B
miauw
C
waf
D
tok-tok

Slide 6 - Quizvraag

Wat eet de koe?
A
stro
B
graan
C
melk
D
hooi

Slide 7 - Quizvraag

Wie is "hij" in regel 9
A
de boer
B
Sep
C
Pim
D
de koe

Slide 8 - Quizvraag

Wie zijn "jullie" in regel 10
A
Sep en de boer
B
de boer en boerin
C
Pim en de boerin
D
Pim en Sep

Slide 9 - Quizvraag

Wie is "u" in regel 11
A
de boerin
B
de boer
C
Sep
D
Pim

Slide 10 - Quizvraag