HAVO H9-4

Doelen van de les
- Je kent hoe je een grafiek bij een tabel kunt tekenen
- Je kunt twee grafieken met elkaar vergelijken

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Doelen van de les
- Je kent hoe je een grafiek bij een tabel kunt tekenen
- Je kunt twee grafieken met elkaar vergelijken

Slide 1 - Tekstslide

Wat je al weet
Wat je moet kennen/kunnen:
- Je moet een grafiek kunnen aflezen 
- Je weet wat de stapgrootte is 
- Je kunt de stapgrootte bij een grafiek benoemen  
- Je kunt zelf een juiste stapgrootte kiezen 
- Je kunt een puntengrafiek maken en aflezen 
- Je kunt bij een tabel een grafiek tekenen 
- Je kunt grafieken met elkaar vergelijken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Waar 2 grafieken elkaar snijden
- Zijn de formules gelijk bij het snijpunt
- kosten  2 dingen evenveel bij het snijpunt
- Is het punt waar 2 kaarsen dezelfde lengte hebben zijn of  op hetzelfde moment uitbranden

Slide 5 - Tekstslide

Grafieken vergelijken
Als twee grafieken samen komen dan heet dat het snijpunt.
Snijpunt uitrekenen.
1. Lees het horizontale coördinaat af.
2. Vul dit getal in beide formulles in.
3. Als er het zelfde getal uitkomt is dat het snijpunt.
4. Schrijf nu de volledige coördinaten op.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

y= x+3   en   y  = 12-2x
Wat is het snijpiunt van deze formules

Slide 8 - Tekstslide

y= x+3   en   y  = 12-2x
y= x+3


y= 12- 2x

Voor  x= 3  is y =6 in beide formules dus is het snijpunt (3,6)
x
0
1
2
3
4
y
12
10
8
6
4
x
0
1
2
3
4
y
3
4
5
6
7

Slide 9 - Tekstslide

Welke van de volgende formules hoort bij deze tabel?
1.    b= 7 + 2 x a
2.   b= a x 3 + 7
3.   b = 4a + 6
a
0
1
2
3
4
b
7
10
13
16
19

Slide 10 - Tekstslide

Formule 2 hoort bij de tabel?
                                                                                         1.    b= 7 + 2 x a

                                                                                           2.   b= a x 3 + 7

                                                                                         3.   b = 4a + 6
a
0
1
2
3
4
b
7
10
13
16
19
a
0
1
2
3
4
b
7
9
    11
13
15
a
0
1
2
3
4
b
7
10
13
16
19
a
0
1
2
3
4
b
6
10
14
18
22

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video


Formule kaars A L=-5t +20.          Formule kaars B = -3 t+ 18
Wanneer zijn beide kaarsen even lang?

Slide 13 - Tekstslide


Formule kaars A L=-5t +20.          Formule kaars B = -3 t+ 18
 Beide kaarsen even lang na 1 uur. 
Tijd in uren
0
1
2
3
4
5
Lengte in Kaars A
(cm)
20
15
10
5
0
Lengte in Kaars B
(cm)
18
15
12
9
6
3

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Paragraaf 9.4: Vergelijken met grafieken

a. Als je voor één uur 
een fiets huurt, welk 
bedrijf is dan het 
goedkoopst?

b. Wanneer kost het 
even veel.
Een snijpunt is het punt waar de grafieken elkaar snijden.

Slide 16 - Tekstslide

9.4 Vergelijken van formules
k = 3,75 a  
k = 2,5a + 10
1) Verschil in het begingetal: 10 - 0 = 10
2) Verschil in stapgrootte: 3,75 - 2,5 = 1,25
3) Bereken a: 10 : 1,25 = 8
Dus bij a = 8 hebben de grafieken bij de formules een snijpunt.

Je zet de a in een van de formules dan kan je het snijpunt berekenen
dus in k= 3,75a is K= 3,75 x 8 =30  of in k = 2,5a + 10 is k=2,5 x 8 + 10= 30

Het snijpunt is dan (8, 30)

Slide 17 - Tekstslide