M&M | Les 14: Handel en het christendom

Mens & Maatschappij
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Mens & Maatschappij

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handel

  • Dankzij de wegen die de Romeinen hebben aangelegd was er veel handel tussen de delen van het rijk onderling en gebieden daar buiten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De economie in het Romeinse rijk
  • De romeinen maakten munten van brons, koper, zilver en goud. 

  • Deze munten werden in het hele rijk gebruikt. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • Import: het kopen van goederen uit het buitenland
  • Export: het verkopen van goederen naar het buitenland 


  • Producent: maker 
  • Consument: gebruiker

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Romeinse rijk

Slide 7 - Tekstslide

Het Romeinse rijk bereikte onder keizer Trajanus (98-117) zijn grootste omvang. De "Limes"(=grens) reikte toen van Brittania( Engeland) in het noorden tot Mauretania in het zuiden, vandaar oostwaarts via de Soedan tot aan de Iraanse hooglanden in het oosten, plus Georgië, de Krim, langs de Donau en de Rijn tot aan de Noordzeekust. Het omvatte dus het gehele Middellandse Zeegebied en een groot deel van het Midden-Oosten, de Balkan en West-Europa.
Jezus Christus

  • Een Joodse man die 'goede mensen' beloond en 'slechte mensen straft'.
  • Hij krijgt veel aanhangers en de Romeinen vinden hem gevaarlijk.
  • 'God verlost ons van het kwade'

Slide 8 - Tekstslide


Jezus is een Joodse man uit de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
Jezus krijgt veel aanhangers. 
De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christenen
  • Volgelingen van Jezus
  • Basis van het geloof: 'voor ieder goed mens is er een plek in de hemel'

Slide 11 - Tekstslide

Het Christendom verspreidt zich snel in het Romeinse Rijk. 
De goede wegen en de aantrekkingskracht van het geloof (gelijkheid in de hemel, mysterieus en interessant) zorgen ervoor dat veel mensen christen worden.

Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god. 

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Christenvervolging

Slide 12 - Tekstslide

Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 
Christenen en Romeinen

  • 3 eeuwen onenigheid tussen Christenen en Romeinen. 
  • Keizer Constantijn: godsdienstvrijheid voor de Christenen. 
  • Keizer Theodosius: verplicht iedereen Christen te worden.  

Slide 13 - Tekstslide

Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. Er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen. 

Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen. 
Hij werd zelf pas christen vlak vóór zijn dood.

Voor en na Christus?

Slide 14 - Tekstslide

Internationaal wordt de christelijke jaartelling als standaard gehanteerd. Deze jaartelling heeft als nulpunt het begin van het jaar waarin Jezus Christus verondersteld wordt te zijn geboren. Dat jaar is het jaar 1 (n.Chr.) Het jaar daaraan direct voorafgaand is het jaar 1 v.Chr. Een jaar nul is er niet.
Huiswerk les 14
  • Opdracht 1: Kijk terug in je schrift. Kies uit alle lessen vijf gebeurtenissen die je interessant vond. Schrijf deze opnieuw op in je schrift en zoek de jaartallen erbij (voor of na Christus?). Teken een daarna eigen tijdlijn van deze vijf gebeurtenissen in je schrift. 
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies