2.2 In de tijd van wereldoorlog + herhaling 8 + 9,5

Planning

• Terugblik opdracht democratie index
• Uitleg 2.2
• Optie: samen opdrachten maken
• Herhaling H8 d.m.v. leerdoelen (KORT)
• Optie: samen opdracht maken of zelfstandig voorbereiden toets
  

Politiek in Nederland

•  Van districtenstelsel af
• Iedereen vertegenwoordigt
• Afgevaardigde vertegenwoordigde meerderheid kiezers
• 1917: evenredige vertegenwoordiging
• Aantal zetels = landelijk percentage stemmen

Tijd voor verandering

• Nederland → partijendemocratie
• Afhankelijk van beleid partij (fracties)
• Toename partijpropaganda, voorbeelden?
• Positief confessionelen: helft kamerzetels in interbellum
• Geen stijging socialisten, wel verwacht
• Stemgedrag vrouwen → confessioneel
• Vrouwenkiesrecht bezwaren opzij
• Liberalen zakken weg

Interbellum

• Extreme partijen, links én rechts (NSB, CPN) 
• Doel: einde parlementaire democratie 
• Economische crisis → bedreiging voor grote partijen
• Verzuiling, vaste achterban. Eigen scholen
• Ook politieke verzuiling

Samen maken

Oefenen formulering

13, 15, 17

Zelfstandig (stil) 

leren/samenvatten/oefenen

8.1 - Industriële Revolutie

• In deze paragraaf leer je hoe de industriële samenleving ontstond.
  
• In deze paragraaf leer je waardoor de industriële revolutie ontstond.
  
• In deze paragraaf leer je hoe belangrijk veranderingen in de landbouw, de gezondheidszorg en het transport waren.
  
• In deze paragraaf leer je wat veranderde bij de tweede industriële revolutie.
  
  
• Kenmerkend aspect: de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

8.2 - Politiek-maatschappelijke stromingen

• In deze paragraaf leer je hoe het liberalisme, nationalisme en conservatisme opkwamen.
  
• In deze paragraaf leer je hoe nieuwe natiestaten en een agressief nationalisme ontstonden.
  
• In deze paragraaf leer je hoe het socialisme opkwam en verdeeld raakte.
  
  
• Kenmerkend aspect: de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

8.3 - Democratisering

• In deze paragraaf leer je hoe de democratie zich ontwikkelde in Nederland.
  
• In deze paragraaf leer je hoe de democratie zich ontwikkelde in Groot-Brittannië.
  
• In deze paragraaf leer je hoe de democratie zich ontwikkelde in Frankrijk.
  
• In deze paragraaf leer je hoe de democratie zich ontwikkelde in Duitsland.
  
• Kenmerkend aspect: voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
  

8.4 - De emancipatiebewegingen

• In deze paragraaf leer je hoe het feminisme opkwam.
• In deze paragraaf leer je hoe het confessionalisme opkwam in Duitsland.
• In deze paragraaf leer je hoe het confessionalisme opkwam in Nederland.
• Kenmerkend aspect: de opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
  
  
• Kenmerkend aspect: de opkomst van emancipatiebewegingen.

8.5 - De sociale kwestie

• In deze paragraaf leer je over de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders.
  
• In deze paragraaf leer je welke meningsverschillen er waren over de sociale kwestie.
  
• In deze paragraaf leer je hoe een begin werd gemaakt met de verzorgingsstaat.
  
  
  
• Kenmerkend aspect: discussies over de sociale kwestie.
  
• Kenmerkend aspect: de opkomst van emancipatiebewegingen.

8.6 - Het moderne imperialisme

• In deze paragraaf leer je hoe Afrika werd verdeeld door Europese staten.
  
• In deze paragraaf leer je hoe kolonialisme plaatsvond in de rest van de wereld.
  
• In deze paragraaf leer je hoe het moderne imperialisme kan worden verklaard.
  
  
  
• Kenmerkend aspect: de moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.

geschiedeniswerkplaats.digitaal.noordhoff.nl

In 1866 brak in Maastricht een cholera-epidemie uit. Als gevolg van deze zeer besmettelijke ziekte overleden 298 inwoners, waarvan 295 arbeiders en armen. Deze cijfers komen uit een overheidsrapport, waarin per straat werd bijgehouden waar slachtoffers vielen.
LEVER IN VOOR FEEDBACK

Leg uit welke oorzaak-gevolgrelatie er bestond tussen:

- de Industriële Revolutie en deze epidemie en

- de belangstelling van de overheid voor deze epidemie en de sociale kwestie en

- de sociale kwestie en de voortschrijdende democratisering.

Hoe was deze opzet? Donderdag zo of wat wil je anders?

Wat is moeilijk en wil je volgende les bespreken?