Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Deutsch
Montag, den 11 Dezember 2017
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Montag, den 11 Dezember 2017
Slide 1 - Tekstslide
Weet je het ezelsbruggetje voor
de regelmatige werkwoorden nog?
Slide 2 - Woordweb
Stam van een werkwoord in het Duits is?
A
de ik vorm
B
de hij vorm
C
het hele werkwoord -n
D
het hele werkwoord -en
Slide 3 - Quizvraag
Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: wohnen, stam:wohn
ich wohn
e
du wohn
st
er/sie es wohn
t
wir wohn
en
ihr wohn
t
sie wohn
en
Sie wohn
en
Slide 4 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord door eerst de stam op te schrijven. De stam is het
hele
werkwoord
- en of - n.
Voorbeeld:
wohnen = wohn
kaufen = kauf
reisen = reis
Slide 5 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: kaufen, stam: kauf
ich kauf
e
du kauf
st
er/sie es kauf
t
wir kauf
en
ihr kauf
t
sie kauf
en
Sie kauf
en
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst
Slide 8 - Quizvraag
Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt
Slide 9 - Quizvraag
ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet
Slide 10 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft
Slide 11 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (horen) gerne Musik.
A
hort
B
höre
C
horst
D
horen
Slide 12 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Du (besuchen) die Oma.
A
besucht
B
besuchst
C
besuchen
D
besuche
Slide 13 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ihr (kaufen) solche teuere Sachen.
A
kaufst
B
kaufen
C
kaufet
D
kauft
Slide 14 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (spielen) gern Tennis.
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
spielst
Slide 15 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Ich (trinken) ein Wasser, das mir (schmecken)
A
trinkst und schmecket
B
trinkt und schmecket
C
trinke und schmeckt
D
trinken und schmecken
Slide 16 - Quizvraag
Vervoeg de werkwoorden tussen de haakjes:
Meine Eltern (kommen) Morgen.
A
kommen
B
kommt
C
bekommst
D
komme
Slide 17 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Regelmatige werkwoorden Duits
12 dagen geleden
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Regelmatige werkwoorden
Oktober 2022
- Les met
17 slides
Duits
MBO
Studiejaar 1
haben, sein, werden & regelmatige werkwoorden
September 2022
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Deutsch- werkwoorden A
Januari 2019
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Deutsch
Januari 2018
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
HA1: regelmatige werkwoorden
Januari 2019
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
K5 regelmatige werkwoorden + d/t + ss/s/z/ß + n/m
September 2023
- Les met
44 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Regelmatige werkwoorden Duits
Januari 2023
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2