th 6 voortplanting planten (HV)

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Je ziet hiernaast een bloem in de knop.
Welke functie hebben de kelkbladeren in dit plaatje? Noem er 1.

Slide 2 - Open vraag

Zijn de onderdelen van de bloem mannelijk of vrouwelijk?
T1
Mannelijk
Vrouwelijk
Helmdraad
Stempel
Stijl
Stuifmeelkorrel
Meeldraad
Eicel
Stamper
Helmhokje
Vruchtbeginsel

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Welke van de onderstaande voorbeelden is een voorbeeld van bestuiving?
A
Stuifmeel van een roos komt op het kroonblad van een andere roos
B
Stuifmeel van een roos komt op de stempel van een brandnetel
C
Stuifmeel van een viooltje komt op de stempel van een ander viooltje

Slide 5 - Quizvraag

Bij welke pijl is er GEEN sprake van bestuiving?
A
Pijl 1
B
Pijl 2
C
Pijl 3

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Stuifmeelkorrel komt op de stempel terecht
De kern van de stuifmeelkorrel gaat door de stuifmeelbuis naar het zaadbeginsel.
Er groeit een stuifmeelbuis uit de stuifmeelkorrel door de stijl.
Bij het zaadbeginsel knapt de stuifmeelbuis open.
De kernen van de stuifmeelkorrel en de eicel versmelten met elkaar.

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is geen kenmerk van insectenbloemen?
A
Vaak groot en opvallende kleur
B
Bevatten nectar
C
Ruwe, kleverige stuifmeelkorrels
D
Helmknoppen hangen vaak buiten bloem

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Hiernaast zie je een bloem.
Schrijf op wat voor soort bloem dit is (insect- of windbloem)en noem een kenmerk van dit soort bloem.

Slide 11 - Open vraag

Wat is bevruchting?
A
Het openbarsten van de stuifmeelbuis
B
Het ontstaan van zaden in het vruchtbeginsel
C
Het versmelten van de kernen van de stuifmeelkorrel en de eicel
D
Het ontstaan van de stuifmeelkorrels en eicellen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

De ................................. groeit door de ..................................

in de richting van het ......................
Dan gaat hij naar het ....................
Daar barst de stuifmeelbuis open. 

De ................................. van de stuifmeelkorrel smelt samen met de kern van de ...........................
Nu is de de eicel ........................
eicel
stuifmeelbuis
vrucht
beginsel
kern
bevrucht
stijl
zaad
beginsel
stuifmeelkorrel

Slide 14 - Sleepvraag


Hoeveel zaadbeginsels zaten er minimaal in deze appel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Uit hoeveel vruchtbeginsels is deze appel ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Hoe vaak heeft er bevruchting plaatsgevonden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Welke stelling klopt over ongeslachtelijke voortplanting?

Bij ongeslachtelijke voortplanting...
A
... zijn zaad- en eicellen betrokken.
B
... vindt er bevruchting plaats.
C
... lijken de nakomelingen op de ouders.
D
... verschilt het DNA van de nakomelingen.

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide


Kan deze plant zich geslachtelijk voortplanten?
En ongeslachtelijk?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Waarom heeft het nageslacht bij geslachtelijke voortplanting een ander genotype dan hun ouders?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide