2HA2 Kapitel 6, Plauderecke B 13. Mai

Duits
Voorbereiding: Pak "Plauderecke B", Kapitel 6
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Duits
Voorbereiding: Pak "Plauderecke B", Kapitel 6

Slide 1 - Tekstslide

Wie geht es dir?
A
Sehr gut!
B
Gut.
C
Es geht so.
D
schlecht.

Slide 2 - Quizvraag

Na deze les
  • kan je werkwoorden op de juiste manier gebruiken.
  •  Kan je de juiste vorm van de werkwoorden gebruiken.
  • Weet je hoe je der, die oder das gebruikt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Werkwoorden
willen (wens)
kunnen
leuk vinden, lusten
willen
weten
mogen
moeten (wil van een ander)
moeten (het kan niet anders)
wollen
möchten
mögen
sollen
wissen
müssen
dürfen
können

Slide 5 - Sleepvraag

Das Verb sein
Ich bin
du bist
er/sie/es ist
wir sind
Ihr seid
sie/Sie sind
ik ben
jij bent
hij/zij/hetis
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 6 - Sleepvraag

Das Verb haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 7 - Sleepvraag

 Wat betekenen de volgende zinnen? 
 
Schrijf de Nederlandse vertaling op.

Slide 8 - Tekstslide

Magst du Eis?
timer
0:45

Slide 9 - Open vraag

Machst du Eis?
timer
0:45

Slide 10 - Open vraag

Möchtest du Eis?
timer
0:45

Slide 11 - Open vraag

Das dürfen wir nicht!
timer
0:45

Slide 12 - Open vraag

Ich mag Jürgen.
timer
0:45

Slide 13 - Open vraag

Werkwoorden

Vul in elke zin een passend werkwoord in de juiste vorm in. 

Slide 14 - Tekstslide

antworten - gehen - haben - können - machen -
mieten - mögen - müssen - regnen - wohnen
______________ du mir mal helfen?

Slide 15 - Open vraag

antworten - gehen - haben - können - machen -
mieten - mögen - müssen - regnen - wohnen
Schade, es ______________ schon den ganzen Tag.

Slide 16 - Open vraag

antworten - gehen - haben - können - machen -
mieten - mögen - müssen - regnen - wohnen
______________ du mit in die Stadt heute abend?

Slide 17 - Open vraag

antworten - gehen - haben - können - machen -
mieten - mögen - müssen - regnen - wohnen
Nein danke, ich ______________ kein Eis. Ich esse lieber Popcorn.

Slide 18 - Open vraag

antworten - gehen - haben - können - machen -
mieten - mögen - müssen - regnen - wohnen
Warum ______________ du nicht auf meine Frage?

Slide 19 - Open vraag

antworten - gehen - haben - können - machen -
mieten - mögen - müssen - regnen - wohnen
Was hast du gestern in der Schule ____________ ?

Slide 20 - Open vraag

antworten - gehen - haben - können - machen -
mieten - mögen - müssen - regnen - wohnen
___________ deine Schwester auch in Düsseldorf?

Slide 21 - Open vraag

antworten - gehen - haben - können - machen -
mieten - mögen - müssen - regnen - wohnen
__________ ihr ein Haus oder ________ ihr ein eigenes Haus?

Slide 22 - Open vraag

antworten - gehen - haben - können - machen -
mieten - mögen - müssen - regnen - wohnen
Es tut mir leid, wir ______________ schon wieder gehen. Es ist schon spät!

Slide 23 - Open vraag

Der, die oder das?
Meestal moet je dat gewoon leren en
 weten. Maar aan sommige woorden kun je het zien. Hoe?

Slide 24 - Tekstslide

Van het woord Tasse kun je vermoeden dat het die (vrouwelijk), is omdat

Slide 25 - Open vraag

Woorden als Frau, Königin, Kuh, Ärztin zijn altijd die (vrouwelijk), omdat

Slide 26 - Open vraag

Woorden als Haus, Problem, Tier, Spiel zijn heel vaak das (onzijdig), omdat

Slide 27 - Open vraag

Van het woord Richtung, weet je zeker dat het (die) vrouwelijk is, omdat

Slide 28 - Open vraag

Voor extra oefenmateriaal:

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 31 - Open vraag

Een tip en een top.

Slide 32 - Open vraag

Huiswerk
- Je leest je 2e leesboekje voor Duits en maak aantekeningen. 
- Voorbeeldtoets 2HA



Slide 33 - Tekstslide