Herhaling skeletspieren

spieren en klieren zijn...
A
prikkels
B
conductoren
C
effectoren
D
receptoren
1 / 25
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

spieren en klieren zijn...
A
prikkels
B
conductoren
C
effectoren
D
receptoren

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke reactie gaan spieren zorgen?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welke reactie gaan klieren zorgen?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent peristaltiek?
A
de knijpende beweging van spieren in de darm
B
het samentrekken van de kringspier
C
afsluiting van de darm
D
productie van darmsappen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

skeletspieren
Skeletspieren zijn spieren die met pezen vastzitten aan de beenderen van het skelet. Als skeletspieren samentrekken, dan trekken ze aan de beenderen zodat er beweging in het gewricht ontstaat.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

600+ spieren in het lichaam

Slide 6 - Tekstslide

Skeletal muscles vary considerably in size, from tiny muscles inside the middle ear to very large muscles in the upper leg
Is de accommodatiespier in het straallichaam van het oog ook een skeletspier? Motiveer je antwoord.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Enkele belangrijke skeletspieren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

biceps
triceps
grote bilspier
darmbeen
lendenspier
vierhoofdige dijspier
tweehoofdige
dijspier
tweelingkuitspier
voorstescheenbeen spier

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

antagonisten
observeren van spierwerking bij skeletspieren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De spier wordt korter en dikker
De spier wordt langer en dunner
biceps bij het buigen van de arm
biceps bij het strekken van de arm
triceps bij het buigen van de arm
triceps bij het strekkenvan de arm

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Skeletspieren zijn
A
lang
B
kort
C
meer-kernig
D
een-kernig

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De spierschede omringt de verschillende ...
A
spiervezels
B
zenuwen
C
spierbundels
D
spieren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een spier is aan het bot verbonden via
A
bindweefsel
B
zenuwen
C
spierweefsel
D
pezen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 soorten spieren
Skeletspieren
• dwarsgestreept

• willekeurig, maar snel vermoeibaar
Hartspieren
• dwarsgestreept met lichte zone rond kern

• autonoom orgaan
Gladde spieren
• niet dwars gestreept

• gestuurd door auto-noom zenuwstelsel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

een terugkerend segment in de spierfibrillen noemt men een...
A
sarcomeer
B
actine
C
myosine
D
myofibril

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De spierfibrillen bestaan uit 2 soorten eiwitten: actine- en myosinefilamenten. Dit zorgt voor afwisselend lichte en donkere banden. De lichte banden op de spier zijn de plaatsen waar ...
A
...de dikke en dunne eiwitten overlappen
B
... er maar één filament (niet-overlapt) zit
C
... enkel actine-filamenten zitten
D
... enkel myosine-filamenten zitten

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Donkere band waar beide filamenten overlappen
Lichte band waar filamenten niet overlappen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nodig voor
spiercontractie

Slide 25 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies