Grammatica 3.2 G KWW

Welkom!
Gaat al een stukje beter, maar... en dan straks...
Mare
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Gaat al een stukje beter, maar... en dan straks...
Mare

Slide 1 - Tekstslide



Grammatica 3.2 E + wat kerst

1 Planning en agenda
2 Presentaties?
3 Nabespreken 3.2 E


















m.marinus@singelland.nl


4 Quizje
5 Het koppelwerkwoord
6 Zelfstandig werken
7 Afsluiten met Plenda!



Welkom!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

In een zin kan een hww voorkomen zonder een zww.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Zww of Hww?
Deze film wordt veel bekeken.
Wordt is een...
A
zww
B
hww

Slide 5 - Quizvraag

hww of zww:
Ik geef hem een cadeautje.

A
geef = hww
B
geef = zww

Slide 6 - Quizvraag

Is de persoonsvorm zww, hww of kww?
De schaatser heeft zijn schaatsen uit het vet gehaald.
A
zww
B
hww
C
kww

Slide 7 - Quizvraag

De supporters blijven hun club trouw.
Blijven = zww, hww of kww?
A
zww - zelfstandig werkwoord
B
hww - hulpwerkwoord
C
kww - koppelwerkwoord

Slide 8 - Quizvraag


Kies zww/hww/kww:
De spanning werd verlicht door de grappenmakers
A
hww
B
zww
C
kww

Slide 9 - Quizvraag

Koppelwerkwoorden
Een naamwoordelijk deel is altijd gekoppeld aan het OW door een koppelwerkwoord.

ZW
ABBELS + HDV



* Bij een ZWW doet het onderwerp iets, bij een KWW is het onderwerp iets.

Pietje doet gek
Pietje is gek

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de vragen van 3.2 G - samen beginnen

Vooruit werken? Ga lezen! Of bezig met de boekendoosopdracht.

  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat/cloudwise met jullie mee
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Agenda - Plenda
Huiswerk:
Maak de vragen van 3.2 G




Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk:
Maak de vragen van 3.2 G
Hamvraag: waarom kan er in een enkelvoudige zin met een koppelwerkwoord nooit een lijdend voorwerp voorkomen?

Slide 13 - Tekstslide