Hoofdstuk 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat gaan we vandaag doen? 

- herhalen theorie 

- filmpje met vragen 

Feiten, meningen en argumenten

Filmpje! 

Schrijf op: 

de feiten en meningen die je hoort en de argumenten die hierbij horen. 

Welke feiten en meningen heb je gehoord? 

Wat gaan we vandaag doen?

- herhaling bijvoeglijke bepaling 

- theorie telwoorden 

- oefenen 

Bijvoeglijke bepaling 

- Geeft extra informatie over de kern van een zinsdeelstuk. 

- Alleen als de kern een zn is. 

- Een zinsdeel kan meerdere bijvoeglijke bepalingen hebben. 

Schrijf op: bijv. Bep. = ... -> kern 

Oefenen

Maak opdracht 4 van de bijvoeglijke bepaling. 

Telwoorden 

Geven hoeveelheid (hoofdtelwoord) of volgorde aan (rangtelwoord). 

• onbepaald hoofdtelwoord 
• bepaald hoofdtelwoord 
• onbepaald rangtelwoord 
• bepaald hoofdtelwoord 

zes, twaalf, twee vijfde (2/5), 2016

1. onb. rangtw.
2. Bep. rangtw.
3. onb. hoofdtw.
4. Bep. hoofdtw.

laatste, middelste, zoveelste, hoeveelste

1. onb. rangtw.
2. Bep. rangtw.
3. onb. hoofdtw.
4. Bep. hoofdtw.

eerste, zevende, dertiende

1. onb. rangtw.
2. Bep. rangtw.
3. onb. hoofdtw.
4. Bep. hoofdtw.

veel/vele, enkele, sommige, weinig(e), verscheidene, alle,

1. onb. rangtw.
2. Bep. rangtw.
3. onb. hoofdtw.
4. Bep. hoofdtw.

Aan de slag! 

Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 van grammatica woordsoorten. 

Dit is huiswerk voor vrijdag! 

Wat gaan we vandaag doen?

- Herhaling telwoorden 

- oefenen 

- verschillende woordsoorten: ken je ze nog? 

- spelling 

Telwoorden

vier soorten telwoorden 

onbepaald/bepaald 

hoofdtelwoord/rangtelwoord 

De middelste kandidaat was veel zenuwachtiger dan de andere twee

1. middelste= onb. rangtw.
2. middelste= bep. rangtw.
3. middelste= onb. hoofdtw.
4. middelste= Bep. hoofdtw.

De middelste kandidaat was veel zenuwachtiger dan de andere twee

1. twee= onb. rangtw.
2. twee= bep. rangtw.
3. twee= onb. hoofdtw.
4. twee= Bep. hoofdtw.

De meeste leerlingen hebben het zevende uur niet veel zin meer in school.

1. meeste= onb. rangtw.
2. meeste= bep. rangtw.
3. meeste= onb. hoofdtw.
4. meeste= Bep. hoofdtw.

De meeste leerlingen hebben het zevende uur niet veel zin meer in school.

1. veel= onb. rangtw.
2. veel= bep. rangtw.
3. veel= onb. hoofdtw.
4. veel= Bep. hoofdtw.

Herhaling woordsoorten

zn, blw, olw, bn, hww, zww, kww, aanw.vnw, vr.vnw, pers.vnw, bez.vnw, vz, bw, hoofdtelw en rangtelw

Gezamenlijk naar opdracht 4 kijken. 

Tussenletters in samenstellingen

Kies bij de volgende woorden voor de juiste spelling 

Is het lievelinschrijver of lievelingsschrijver?

1. lievelingschrijver
2. lievelingsschrijver

Is het hoofdstad of hoofdsstad?

1. hoofdstad
2. hoofdsstad

Tussenletters in samenstellingen 

- Als je een -s hoort, dan schrijf je die ook. 

- Weet je het niet zeker? Vervang dan een deel van het woord. 

Tussenletters in samenstellingen 

- en 

- Als het eerste deel een zn is. 

- geen -en 

- eerste deel geen meervoud 

- verwijst naar iets waarvan er één is 

- eerste deel versterkt een bn 

- eerste deel heeft meervoud op -s 

Aan de slag! 

Maak opdracht 1, 2 en 3 over de samenstellingen.

Klaar? Lees de theorie bij werkwoordspelling en maak oefenopdrachten hierbij.