Oefenen drogredenen

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Drogredenen
Lesdoel

Je kunt uitleggen wat een drogreden is.
Je herkent een drogreden.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een drogreden?

Slide 3 - Woordweb

Welke drogredenen weet je nog?

Slide 4 - Woordweb

Wat zijn drogredenen?
Soms probeert iemand je te overtuigen met een argument waarvan je voelt dat er iets niet mee klopt. Dan kan er sprake zijn van een drogreden. 
Drogredenen worden ook wel foute argumentaties genoemd. 
Er is sprake van een drogreden bij een onjuist gebruik van een argument of een overtreding van een discussieregel.

Slide 5 - Tekstslide

10 soorten drogredenen
1. onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
2. de verkeerde vergelijking
3. overhaaste generalisatie
4. cirkelredenering
5. de persoonlijke aanval
6. ontduiken van de bewijslast
7. vertekenen van een standpunt
8. bespelen van het publiek
9. onjuist beroep op autoriteit
10. onjuist beroep op kenmerk of eigenschap


Slide 6 - Tekstslide

1. Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.


Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 7 - Tekstslide

2. De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar (appels met peren vergelijken).


Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit toch ook geen wc.

Slide 8 - Tekstslide

3. Overhaaste generalisatie
Op grond van een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.


Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.

Slide 9 - Tekstslide

4. Cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.

Ik ben de baas, omdat ik het hier voor het zeggen heb.
Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 10 - Tekstslide

5. De persoonlijke aanval
Je valt de persoon aan en niet zijn argument(en).


Wat weet jij van nu gezondheid, jij weegt zelf 105 kilo!
Sinds wanneer heb jij verstand van het coronabeleid!
Jij hebt geen recht van spreken, want jij praat alleen maar onzin!

Slide 11 - Tekstslide

7. Het vertekenen van een standpunt
Je legt de tegenpartij woorden in de mond waarvan de onjuistheid moeilijk is te bewijzen.


Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?
Man: Ik vind vrouwen soms erg snel geïrriteerd. Vrouw: Dus jij vindt dat ik een kort lontje heb?!

Slide 12 - Tekstslide

8. Het bespelen van het publiek
Je beweert zaken waartegen iemand moeilijk kan ingaan.

Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daar wil wonen.

Slide 13 - Tekstslide

9. Onjuist beroep op autoriteit
Je beroept je op een bekend persoon, maar die persoon hoeft van het onderwerp helemaal niets af te weten of hij heeft belang bij de zaak.

Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus. (de paus heeft er belang bij dat condooms niet gebruikt worden, want hij is tegen voorbehoedsmiddelen)

Slide 14 - Tekstslide

10. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
Bepaalde kenmerken of eigenschappen worden overgewaardeerd terwijl andere relevante kenmerken nauwelijks of niet worden genoemd.


Die leraar heeft altijd dezelfde kleren aan, dat moet wel een saaie leraar zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Kennisschema drogredenen

Slide 16 - Tekstslide

Werkfase

Log in bij lessonup.app met je eigen gegevens.

Test jezelf eerst met de 15 quizvragen.

Doe het niet te snel, probeer het echt te begrijpen.

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Toelichting
Je krijgt 15 verschillende drogredeneringen te zien.
Kies per drogredenening om welke drogreden het gaat.

Slide 18 - Tekstslide

Ben je geen deel van de oplossing, dan ben je deel van het probleem.

A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 19 - Quizvraag

Jij vindt dat je te weinig verdient met 2 euro per uur?
Ik verdiende dat vroeger nog niet eens op een dag.
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Verkeerde vergelijking

Slide 20 - Quizvraag

Ik kom altijd op tijd op school sinds ik een scooter heb.
A
Overhaaste generalisatie
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Verkeerde vergelijking

Slide 21 - Quizvraag

Je wilt niet mee naar het feest?
Je gaat dus liever saai in je eentje thuis op de bank zitten.

A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 22 - Quizvraag

Je denkt toch niet dat wij een van school gestuurde leerling geloven?

A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 23 - Quizvraag

Bewijst u maar eens dat u daar niet te hard reed.

A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 24 - Quizvraag

Hij kan nou wel zeggen dat iedereen financieel moet inleveren, maar hij heeft zelf zijn studie economie niet afgemaakt.

A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 25 - Quizvraag

Ik wil graag met mijn handen eten. In de natuur eet men toch ook niet met mes en vork?
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 26 - Quizvraag

Als Nederland het gebruik van softdrugs zal legaliseren, zal het aantal drugsverslaafden verveelvoudigen. Ons land zal als een onbetrouwbare narcostaat beschouwd worden en zijn aanzien en invloed in de Europese Unie verkwanselen.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 27 - Quizvraag

Marieke zal vast een goede ruiter zijn, want ze kan goed met dieren omgaan.

A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 28 - Quizvraag

Ik ben de baas want ik zeg wat er moet gebeuren.
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 29 - Quizvraag

De man van het Chinese restaurant begreep mij niet. Nederlands is blijkbaar moeilijk voor Chinezen.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 30 - Quizvraag

Er zijn tegenwoordig veel computers op school, daardoor weten de leerlingen nu minder.
A
Verkeerde vergelijking
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overdrijven van de voor- of nadelen
D
Overhaaste generalisatie

Slide 31 - Quizvraag

Dus u bent in aanraking geweest met justitie? Denkt u nu echt dat we u kunnen geloven?
A
Cirkelredenering
B
Vertekenen van het standpunt
C
Vals dilemma
D
Persoonlijke aanval

Slide 32 - Quizvraag

Alleen een zieke geest zal protesteren tegen deze maatregel.

A
Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
B
Bespelen van het publiek
C
Onjuist beroep op autoriteit
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 33 - Quizvraag

Werfase 2

Beantwoord eerst de drie quizvragen

Beantwoord daarna de open vragen

Maak een keuze uit de gegeven mogelijkheden

Schrijf het antwoord letterlijk over. 

Het systeem controleert automatisch je antwoord. 
timer
20:00

Slide 34 - Tekstslide

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?

'Ik ben de directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb.'
A
Cirkelredenering
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Ontduiken van bewijslast
D
Verkeerde vergelijking

Slide 35 - Quizvraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?

'Het is de afgelopen 3 jaar erg warm geweest, dus het klimaat verandert.'
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overhaaste generalisatie
D
Cirkelredenering

Slide 36 - Quizvraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?

'Er dreigt geen uitbraak van ebola. Als dat wel zo was zou ik geen oog dicht doen.'
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
Overhaaste generalisatie
D
Cirkelredenering

Slide 37 - Quizvraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?
Maak een keuze uit het menu. Schrijf het antwoord letterlijk over.


'Wie zwijgt, stemt toe.'

Slide 38 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?
Schrijf het antwoord letterlijk over.

'Wat weet een schuinsmarcheerder als jij nou van politiek.'

Slide 39 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?


'Deze Van Gogh is echt, want anders gaan we voor miljoenen het schip in.'

Slide 40 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?


'Ieder weldenkend mens zal het ermee eens zijn dat…..'

Slide 41 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?


'Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.'

Slide 42 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?


'Zie je dat dan niet? Het is triviaal!'

Slide 43 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?


'Ik vind dit een goed plan. Bent u het niet met mij eens?
Kom dan eerst maar eens met argumenten!'

Slide 44 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?

'Natuurlijk had ik er een reden voor,
want anders had ik het niet gedaan.'

Slide 45 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?

'De jury bij de turnwedstrijd had geen enkele fout gemaakt.
Dat vond premier Rutte ook.'

Slide 46 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?

'Geschiedenisonderwijs kan maar beter afgeschaft worden.
Je kan er niets meer aan veranderen en oude kleren
gooi je toch ook weg.'

Slide 47 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?

'Wat weet jij nou van voetbal, je kan nog geen deuk
in een pakje boter trappen.'

Slide 48 - Open vraag

Van welke drogreden is sprake in onderstaande uitspraken?

'Bewijst u maar eens dat u daar niet te hard reed.'

Slide 49 - Open vraag

Wat is een drogreden?

Slide 50 - Open vraag

Welke drogredenen ken je?

Slide 51 - Open vraag

Waar wil je meer uitleg over krijgen?

Slide 52 - Open vraag