6.2 Afschaffing van de Slavernij

6.2 Afschaffing van de Slavernij
Nodig voor deze les:
  • Je handboek van Geschiedenis
  • Oortjes/koptelefoon voor filmpjes e.d.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.2 Afschaffing van de Slavernij
Nodig voor deze les:
  • Je handboek van Geschiedenis
  • Oortjes/koptelefoon voor filmpjes e.d.

Slide 1 - Tekstslide

Dit leer je nu
Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Klik op de hotspot
Afbeelding vergroten
Navigeren door de les
Kijken
Luisteren
Legenda met iconen

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer is slavernij in NL afgeschaft?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoel 1
Aan het eind van deze les kun je enkele redenen noemen waarom abolitionisten slavenhandel en slavernij wilden afschaffen.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 5 - Poll

Het Abolitionisme
Abolition = afschaffen >> abolitionisme = stroming die afschaffing van slavernij wil.
  • Protest tegen slavernij al wel eerder:
    Sommigen vonden het onchristelijk   "God vindt elk mens waardevol"
    Verlichte denkers: Iedereen heeft grondrechten (vrijheid), dus ook slaven.

  • De rest vond het normaal dat er slaven waren.
    >> FR schafte in 1794 slavernij af (Verlichting) >> Napoleon herstelde het weer (was te nadelig voor de economie van de koloniën).

Slide 6 - Tekstslide

Het Abolitionisme
Abolition = afschaffen >> abolitionisme = stroming die afschaffing van slavernij wil.
  • Eerste doel: afschaffing van slavenhandel >> slavernij zou zo vanzelf verdwijnen en de eigenaars zouden goed met hun slaven omgaan.
  • GB kende sterk abolitionistische stroming >> 1807: afschaffing slavenhandel >> onder Britse druk volgden andere landen ook.
  • Ondanks verbod nam slavernij niet af. Redenen hiervoor:
    1) Illegale mensenhandel bleef doorgaan.
    2) Kinderen van slaven werden beter verzorgd >> latere slaven.

Slide 7 - Tekstslide

Het Abolitionisme
Abolition = afschaffen >> abolitionisme = stroming die afschaffing van slavernij wil.
  • Abolitionisten wilden nu slavernij tegengaan. Door:
    1. Slaven vrij te kopen.
    2. Anderen van hun gelijk te overtuigen (boeken, pamfletten en prenten)
  • Maar zolang slavernij niet werd verboden, bleef dit systeem bestaan.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel 1
Aan het eind van deze les kun je enkele redenen noemen waarom abolitionisten slavenhandel en slavernij wilden afschaffen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel weet jij nu van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 10 - Poll

Stap 1: Lees de leertekst "Opkomst van het abolitionisme"

Stap 2: Maak opdracht 2, 3, 5 en 6

Klaar?
Ga verder met leerdoel 2.



Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel 2
Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in het Britse Rijk en de Verenigde Staten de slavernij werd afgeschaft.

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 13 - Poll

Stap 2: Lees de leertekst "Afschaffing van de slavernij"

Stap 3: Maak opdracht 7

Klaar?
Ga verder met leerdoel 3.


Stap 1: Bekijk de video over de Amerikaanse Burgeroorlog.

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoel 2
Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in het Britse Rijk en de Verenigde Staten de slavernij werd afgeschaft.

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel weet jij nu van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 16 - Poll

Waarom werkte de afschaffing van slavenhandel niet om slavernij weg te krijgen?
A
Omdat de handel dan wel ondergronds (illegaal) werd gedaan.
B
Omdat slaven houden niet verboden werd, dus slavernij bleef bestaan.
C
Omdat de slavenhandelaren nu slaveneigenaren werden en gewoon doorgingen.
D
Omdat plantage-eigenaars zelf hun slaven gingen halen in het binnenland van de koloniën.

Slide 17 - Quizvraag

Waar was het abolitionisme bijzonder actief?
A
Nederland
B
Verenigde Staten
C
Jamaica
D
Groot-Brittannië

Slide 18 - Quizvraag

Wat was een van de oorzaken voor het ontstaan van de Amerikaanse burgeroorlog?
A
De noordelijke staten wilden slavernij afschaffen en het zuidelijke staten niet.
B
De zuidelijke staten wilden slavernij afschaffen en de noordelijke staten niet.
C
De Amerikaanse president had in 1860 slavernij afgeschaft en het zuiden was het er niet mee eens,
D
De Amerikaanse president had in 1860 slavernij afgeschaft en het noorden was het er niet mee eens.

Slide 19 - Quizvraag

Wie won de Amerikaanse Burgeroorlog en wat was het gevolg?
A
Het Noorden won, ook de Zuidelijke staten moesten zich aan het totale verbod op slavernij houden.
B
Het Zuiden won, ook de Noordelijke staten moesten zich aan het totale verbod op slavernij houden.

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord gebruikt met voor "de vrijlating van slaven".
Later wordt het ook gebruikt voor het toekennen van gelijke rechten aan andere groepen.

Slide 21 - Open vraag

Leerdoel 3
Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.

Slide 22 - Tekstslide

Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 23 - Poll

Stap 2: Lees de leertekst "Afschaffing in de Nederlandse koloniën"

Stap 3: Maak opdracht 8, 9 en 10

Klaar? Ga verder met leerdoel 4.


Stap 1: Bekijk beide video's over Slavernijherdenking en de afschaffing van slavernij

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoel 3
Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.

Slide 25 - Tekstslide

Hoeveel weet jij nu van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 26 - Poll

Wanneer schaft Nederland in Suriname en op de Antillen slavernij af?
A
1860
B
1863
C
1870
D
1883

Slide 27 - Quizvraag

Waarom waren de meeste slaven in 1873 alsnog "slaaf" in de Nederlandse koloniën?
A
Omdat ze graag door bleven werken voor hun voormalig eigenaar.
B
Omdat ze nog 10 jaar voor hun eigenaar moesten werken, dat was onderdeel van de regeling.
C
Omdat ze een schadevergoeding bij elkaar moesten werken voor hun voormalig eigenaar.
D
Omdat ze toen opnieuw konden worden verkocht als werknemer.

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet de feestdag over de bevrijding van slaven op 1 juli?

Slide 29 - Open vraag

Plantage-eigenaren moesten op zoek naar nieuwe landarbeiders, daarvoor werden contractarbeiders gezocht (kwamen vanuit andere werelddelen).
Welke omschrijving legt het beste hun werkomstandigheden uit?
A
Contractarbeiders waren vrij en hadden voldoende loon om te kunnen overleven.
B
Contractarbeiders waren niet vrij en hadden niet voldoende loon om rond te kunnen komen.
C
Contractarbeiders waren vrij en hadden vaak net genoeg geld om terug te kunnen keren naar hun moederland
D
Contractarbeiders waren vrij, maar hadden een slecht loon waardoor ze niet konden terugkeren naar eigen land.

Slide 30 - Quizvraag

De afschaffing van slavernij heeft het leven van veel mensen positief veranderd.
0100

Slide 31 - Poll

Leerdoel 4
Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom in onze tijd veel belangstelling bestaat voor de geschiedenis van slavernij.

Slide 32 - Tekstslide

Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 33 - Poll

Stap 1: Lees de leertekst "Het slavernijverleden nu"

Stap 2: Maak opdracht 11 en 12.

Klaar?
- Maak een woordweb/samenvatting van paragraaf 6.2.
- Extra oefenen: Maak opdr. 4 t/m 6 van paragraaf 6 "Oefen met bronvragen"
- Test jezelf (online methode) maken.
- Kijk op www.slavernijenjij.nl om meer informatie te vinden of Ketikoti en de afschaffing van slavernij.



Slide 34 - Tekstslide

Leerdoel 4
Aan het eind van deze les kun je uitleggen waarom in onze tijd veel belangstelling bestaat voor de geschiedenis van slavernij.

Slide 35 - Tekstslide

Hoeveel weet jij nu van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 36 - Poll


Na deze les, wil ik...
de uitleg nog een keer krijgen van de docent
meer voorbeelden krijgen
meer oefeningen maken
de leerstof thuis nog even bekijken
overgaan naar nieuwe leerstof
nog meer te weten komen over de leerstof
niet meer te weten komen over de leerstof
nog iets anders (vul de vraag op de volgende slide in)

Slide 37 - Poll