bedrijven die zorgen voor alle activiteiten in het proces na de productie van de boeren heten samen agribusiness, maar waar houden die zich mee bezig ?
A
inkoop
B
voedselproductie
C
distributie en marketing
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare school
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
bedrijven die zorgen voor alle activiteiten in het proces na de productie van de boeren heten samen agribusiness, maar waar houden die zich mee bezig ?
A
inkoop
B
voedselproductie
C
distributie en marketing
Slide 1 - Quizvraag
glastuinbouw is een goed voorbeeld van niet-grondgebonden landbouw
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
welke Europese gemeenschap werd als eerst opgericht ?
A
EGKS
B
EEG
C
GLB
D
de EU
Slide 3 - Quizvraag
wat zijn voordelen van het oprichten van de EU ?
A
meer productie
B
een grotere interne markt
C
de quota
Slide 4 - Quizvraag
wat houd het woord verduurzamen in ?
A
efficiënter omgaan met hulpbronnen zoals water, voer en kustmest
B
meer geld besteden aan grote stallen en akkers
C
zorgen voor meer werkgelegenheid
Slide 5 - Quizvraag
behalve de EU is er nog een internationale organisatie, hoe heet deze organisatie ?
A
Fort Europa
B
EGKS
C
World Trade Organisation
D
GLB
Slide 6 - Quizvraag
voorbeelden van beschermingsmaatregelen zijn, productie- en inkomenssubsidies
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
wat is mechanisatie ?
A
machines vervangen voor arbeiders
B
arbeiders vervangen voor machines
C
binnen een bedrijf steeds meer toeleggen op een activiteit of product
Slide 8 - Quizvraag
stel dat Marokko het idee van plastic kassen in Marrakesh wil kopiëren met als doel groente en fruit te exporteren naar Europa, waar zullen de Marokkaanse boeren dan mee te maken krijgen ?
A
productiesubsidies
B
invoertarieven
C
inkomenssubsidies
D
uitvoersubsidies
Slide 9 - Quizvraag
scenariodenken is gewoon een toekomstverwachting
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
trend betekend de ontwikkelrichting van een verschijnsel. vormt de basis van een scenario
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
waarom werden er in de tijd van de GLB inkomenssubsidies ingevoerd ?
A
omdat ze anders de stallen niet konden onderhouden
B
omdat ze anders niet rond kunnen komen
Slide 12 - Quizvraag
wat is het nadeel voor de mensen die in Polen nog op het platteland wonen?
A
er wonen weinig mensen
B
ze hebben weinig te besteden
C
het is er duur
Slide 13 - Quizvraag
noem 3 dingen waar impact op is waarom het logisch is dat de overheden van Nederland en Polen hun eigen landbouw steunen
A
vanwege de grote impact op de economie, het ruimtegebruik en de leefbaarheid
B
vanwege crisis en ruimtegebrek
C
vanwege de duurzaamheid
Slide 14 - Quizvraag
welke twee kerndoelen spraken de zes lidstaten af voor de landbouw ?
A
de Europese burgers moeten worden voorzien van voldoende en betaalbaar voedsel
B
de boeren moeten een redelijke levensstandaard met een stabiel inkomen krijgen
Slide 15 - Quizvraag
op welke drie manieren kregen boeren voor elkaar dat door specialisatie hun productiekosten omlaag gingen en hun opbrengst omhoog ?
A
1. mechanisatie
2. specialisatie
3. verduurzamen
B
1. schaalvergroting
2. specialisatie
3. door economische verschillen
de 4 basisregels van de WTO zijn : 1. als 1 land gunstige handelsvoorwaarden krijgt gelden die voorwaarden ook voor alle andere landen 2. er mag geen onderscheid worden gemaakt tussen buitenlandse of eigen producten 3. vaste tarieven 4. oneerlijke handelspraktijken als uitvoersubsidies en dumping zijn niet toegestaan
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quizvraag
in hoodstuk 2 worden er 4 trends genoemd, welke 4 zijn dat ?
A
1. volledige vrijhandel
2. fort Europa
3. duurzaam en lokaal
4. goedkoop en grootschalig
B
1. volledige vrijhandel
2. fort Europa
3. economie
4. binnenlandse handel
C
1. duur en grootschalig
2. duurzaam
3. fort Azië
4. volledige vrijhandel
Slide 18 - Quizvraag
op welke drie invalshoeken wordt er gelet bij landschappelijke kwaliteit?