Bridging the gap - lesson 11: making questions

Welcome!
lesson 11: making questions in present simple
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome!
lesson 11: making questions in present simple

Slide 1 - Tekstslide

Lesson plan
  • making questions 
  • practice 
  • homework next week 

Slide 2 - Tekstslide

Making questions 
How do you make questions (present simple) in English?



Slide 3 - Tekstslide

Making questions: present simple
Er zijn een paar werkwoorden die je gewoon vooraan in de zin mag zetten bij het maken van vragen: 
- to be (am/is/are)
- can                                                                    (en nog hulpwerkwoorden zoals will en 
- have / has got                                                should)

I am 23 years old --> Am I 23 years old?
He can speak English --> Can he speak English?

Slide 4 - Tekstslide

Making questions: present simple
Staan deze werkwoorden niet in een zin? Dan moet je een hulpwerkwoord erbij pakken!
--> do / does (of ontkennend natuurlijk!)
Na elke vorm van do moet je het hele werkwoord gebruiken 

I love cats --> Do I love cats?

He loves cats --> Does he love cats?



Slide 5 - Tekstslide

Making questions
  • Sarah and Linda feed their pets 


  • He is 12 years old


  • She lives in Nijmegen

Slide 6 - Tekstslide

Practice
In the next few slides, make questions out of these sentences

Dus: kijk eerst of er een vorm van to be, can of have got in de zin staat. Dan kan je de vraag erg simpel maken. 
Staat deze er niet in? Gebruik dan een vorm van do!

Slide 7 - Tekstslide

1. They are happy

Slide 8 - Open vraag

2. The boys play football

Slide 9 - Open vraag

3. She has got brown hair

Slide 10 - Open vraag

4. Carol plays the guitar

Slide 11 - Open vraag

5. She wants an ice cream

Slide 12 - Open vraag

The end! 
homework next week: worksheet 

Upload on padlet

Slide 13 - Tekstslide