Palliatieve zorg les 3 (Sedatie/ euthanasie)







Palliatieve sedatie en pijnbestrijding
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les







Palliatieve sedatie en pijnbestrijding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen
  • palliatieve sedatie
  • Niveaus van palliatieve sedatie
  • euthanasie
  • verschillen tussen palliatieve sedatie en euthanasie
  • verpleegkundige rol

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mortaliteit: sterftecijfers in Nederland in 2021 (n= 170972 sterfgevallen.)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder palliatieve sedatie?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve Sedatie
Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-
= Opzettelijk verlagen van het bewustzijn in de laatste levensfase 
- continue sedatie
- kortdurend of intermitterend (bv `s nachts)

Doel: verlichten van lijden d.m.v verlagen van bewustzijn bij ondraaglijk lijden door onbehandelbare (refractaire) symptomen
- arts bepaald vanuit professionaliteit of een symptoom onbehandelbaar is;
- randvoorwaarde; het overlijden wordt binnen 1-2 weken verwacht. 
  • Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-draaglast cliënt/mantelzorg, lichamelijke uitputting)


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve palliatieve sedatie 
  • Acute palliatieve sedatie dient ter verlichting van lijden als er plotseling een levensbedreigende situatie optreedt waarbij een patiënt naar verwachting binnen minuten tot hooguit enkele uren komt te overlijden.
  • Het gaat hierbij om een situatie die onomkeerbaar lijkt, waarbij beoogd wordt een patiënt dit niet bewust mee te laten maken gezien de ernst van de refractaire symptomen.
  • Refractaire symptomen: bijvoorbeeld ernstige vormen van onrust, benauwdheid, pijn, misselijkheid, braken, angst en delier.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grijs gebied 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morfine: 
feiten en fabels.


https://palliaweb.nl/publicaties/folder-morfine 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morfine werkt niet verslavend
A
Ja, dat klopt
B
nee, dat klopt niet

Slide 10 - Quizvraag

Verslaving is onder te verdelen in geestelijke en
lichamelijke afhankelijkheid. Als u morfine als pijnstiller
gebruikt, is de kans op geestelijke afhankelijkheid zeer
gering. Een verslaving treedt op wanneer iemand zonder pijn morfine gebruikt, dan treedt er een bepaalde
‘kick‘ op. Deze ‘kick’ treedt niet op wanneer morfine
de functie heeft om pijn te verlichten. Zoals bij bijna
ieder geneesmiddel dat langdurig wordt gebruikt, is
er wel sprake van lichamelijke gewenning aan morfine.
Dit is op zich niet schadelijk. Alleen als het gebruik
van morfine plotseling wordt gestaakt, kan dat zogenaamde ontwenningsverschijnselen veroorzaken. Voorbeelden zijn: hartkloppingen, zweten, misselijkheid,
braken en diarree. Deze verschijnselen kunnen worden
voorkomen door de dosis geleidelijk te verlagen. Doe
dit in overleg met uw arts.
Feit
  • Verslaving is onder te verdelen in geestelijke en lichamelijke afhankelijkheid; 
  • Als morfine als pijnstiller wordt gebruikt, is de kans op geestelijke afhankelijkheid zeer gering; 
  • Een verslaving treedt op wanneer iemand zonder pijn morfine gebruikt (gaat dan om de kick). Deze ‘kick’ treedt niet op wanneer morfine de functie heeft om pijn te verlichten;
  • Bij  langdurig gebruik  is  er wel sprake van lichamelijke gewenning aan morfine.
Dit is op zich niet schadelijk. Alleen als het gebruik
van morfine plotseling wordt gestaakt, kan dat zogenaamde ontwenningsverschijnselen veroorzaken. Voorbeelden zijn: hartkloppingen, zweten, misselijkheid,
braken en diarree. Deze verschijnselen kunnen worden
voorkomen door de dosis geleidelijk te verlagen. Doe
dit in overleg met uw arts.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van morfine heb je steeds meer nodig
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

De dosering morfine wordt alleen verhoogd wanneer
de pijn toeneemt. De pijn bepaalt hoeveel morfine
u nodig heeft. Daarbij is het goed om te weten dat
de dosis van morfine in principe geen bovengrens
heeft. Er zijn mensen die het honderdvoudige van de
dosering waarmee ze gestart zijn, krijgen toegediend.
Feit
  • Kans op verslaving aan morfine is zeer gering.
  • Dosering morfine wordt alleen verhoogd wanneer de pijn  toeneemt. 
  • Pijn bepaalt hoeveel morfine er nodig is. 
  • Dosis van morfine heeft in principe geen bovengrens. 
  • Er zijn mensen die het honderdvoudige van de dosering waarmee ze gestart zijn, krijgen toegediend.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morfine werkt levensbekortend
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Het is een misverstand dat morfine alleen wordt
gegeven in het eindstadium van kanker. De veronderstelling dat morfine levensbekortend werkt, is niet juist.
Morfine wordt niet voorgeschreven om de dood te
bespoedigen. Ongeveer 25% van de morfine wordt
gebruikt door patiënten met langdurige, chronische
ziekten zoals reuma. Morfine kan dus jaren achtereen
als pijnstiller worden voorgeschreven. Ook kan
morfine tijdelijk worden gegeven en daarna worden
afgebouwd, zoals na een operatie.
Feit
  • De veronderstelling dat morfine levensbekortend werkt, is niet juist.
  • Morfine wordt niet voorgeschreven om de dood te bespoedigen.
  • Ca. 25% van de morfine wordt gebruikt door patiënten met langdurige, chronische ziekten zoals reuma. 
  • Morfine kan jaren achtereen als pijnstiller worden voorgeschreven. 
  • Morfine wordt ook tijdelijk gegeven en daarna afgebouwd, zoals na een operatie.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morfine veroorzaakt
ademhalingsmoeilijkheden
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Bij de behandeling van pijn met morfine spelen
ademhalingsmoeilijkheden geen rol. Alleen zeer hoog
gedoseerde morfine­injecties in een ader kunnen
problemen met de ademhaling veroorzaken. Benauwdheid kan juist reden zijn om morfine voor te schrijven
Feit
  • Bij de behandeling van pijn met morfine spelen ademhalingsmoeilijkheden geen rol. 
  • Alleen zeer hoog gedoseerde morfine­injecties in een ader kunnen problemen met de ademhaling veroorzaken.
  • Benauwdheid kan juist reden zijn om morfine voor te schrijven.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van morfine wordt je suf
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

 Sufheid is een bijwerking die kan optreden tijdens
de eerste dagen van de behandeling met morfine of
na verhoging van de dosis morfine. Vaak wordt de
innerlijke rust, die optreedt als men geen last meer
heeft van pijn, verward met sufheid en slaperigheid.
Feit
  • Sufheid is een bijwerking die kan optreden tijdens de eerste dagen van de behandeling met morfine of na verhoging van de dosis morfine. 
  • Vaak wordt de innerlijke rust, die optreedt als men geen last meer heeft van pijn, verward met sufheid en slaperigheid.
  • Omdat pijn geen spelbreker meer is, slapen mensen beter en na enkele dagen zijn zij weer op krachten zijn om zo mogelijk deel te nemen aan het sociale leven.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aandacht palliatieve sedatie
• Psychosociale zorg voor cliënt/bewoner en naasten;
• Voorlichting geven over sedatie, aan  cliënt/bewoner; naasten en de  overige hulpverleners/ betrokkenen over afspraak diepe sedatie; 
  • Voorlichting geven over de mogelijkheid om wakker te worden;
• Afspraken maken over 'afscheid' nemen;
• Assisteren arts bij sedatie;
• Verpleegtechnisch handelen - subcutane toediening (Midazolam via vlindernaald) intermitterend of via pomp;
• Evaluatie comfort cliënt/bewoner. 


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de richtlijn Palliatieve Sedatie
Welke 3 vormen van palliatieve sedatie zijn er?

https://palliaweb.nl/richtlijnen-palliatieve-zorg/richtlijn/palliatieve-sedatie
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 vormen van palliatieve sedatie


Intermitterende palliatieve sedatie, ter overbrugging van een bepaalde tijd of fase.
Continue palliatieve sedatie tot aan het overlijden, als de geschatte termijn tot overlijden kort is, dat wil zeggen maximaal twee weken.
Acute palliatieve sedatie bij (sub)acuut ontstane, zeer ernstige refractaire symptomen in de laatste levensfase, waaraan de patiënt vrijwel zeker op zeer korte termijn (minuten-uren) zal komen te overlijden. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omstandigheden
Acute situatie
In een beperkt aantal omstandigheden kan acute sedatie aangewezen zijn. 
Dit betreft verstikking, verbloeding of inklemmen bij cerebrale processen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegen indicaties
- Levensduur langer dan 2 weken, normale voeding- en vochtinname.
- Euthanasiewens
- Ontbreken van deskundigheid en middelen voor sedatie

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verpleegkundige aandachtspunten
  • Start Zorgpad stervensfase
  • Medicatie staken of medicatie wat gehandhaafd blijft op alternatieve wijze toedienen (iom arts)
  • staken van niet strikt noodzakelijk verpleegkundige handelingen
  • Lichaamsverzorging zoals mondzorg, stomazorg en/of wondzorg voortzetten indien noodzakelijk (welke van de 3 is hier het belangrijkst?)
  • rustige omgeving
  • aandacht voor de naasten

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zouden jullie "oke" zijn met palliatieve sedatie? En, waarom?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is bij palliatieve sedatie sprake van euthanasie
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Continue sedatie versus euthanasie

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Euthanasie
In het Oudgrieks staat “eu” voor goede en “thanatos” voor dood.

Definitie: Opzettelijk levensbeëindigende handelen door een ander dan de betrokkene op diens uitdrukkelijke verzoek.

Doel: een einde maken aan uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt.
  • Bij euthanasie geeft een arts de patiënt een dodelijk medicijn.
  • Bij hulp bij zelfdoding geeft de arts een dodelijk medicijn aan de patiënt die deze zelf inneemt.
  • De arts is niet strafbaar als hij zich houdt aan alle 6 zorgvuldigheidseisen van de euthanasiewet 





 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl)

In de wet staat:
  • dat een arts mag meewerken aan euthanasie of hulp bij zelfdoding. 
  • De arts moet dan wel alle zorgvuldigheidseisen uit de wet volgen. 
  • In de wet staat ook hoe achteraf het werk van de arts gecontroleerd moet worden.
  • de veiligheidseisen waaraan de arts moet voldoen
  • --> Als hieraan niet wordt voldaan is euthanasie strafbaar

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zorgvuldigheidseisen arts
  •  Vrijwilligheid bij de patiënt
  •  Herhaald en weloverwogen verzoek
  •  Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
  •  Een andere arts moet geraadpleegd zijn (SCEN)
  •  Arts moet melding maken, regionale toetsingscommissie  zal toetsen of er zorgvuldig is gehandeld

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sedatie kan nooit als alternatief voor Euthanasie worden aangeboden (eens/oneens). Motiveer je antwoord met min. 2 argumenten.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef jouw omschrijving van
euthanasie

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Gewetensbezwaren in de zorg....

Slide 41 - Tekstslide

Je hebt hart voor de zorg. Maar moet je ook alles doen wat wordt gevraagd aan handelingen?
Hoe kijken jullie naar euthanasie en waarom?

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag je op basis van gewetensbezwaren zeggen dat je bepaalde handelingen in de zorg niet uitvoert?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gewetensbezwaren
Het kan voorkomen dat je als zorgverlener gewetensbezwaren hebt tegen het uitvoeren van bepaalde handelingen. 
Die handelingen kunnen in conflict zijn met je persoonlijke normen en waarden of met je levensovertuiging.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerkopdracht
Denk na over wat jou verbindt met rouw en neem dit mee naar de volgende les.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardevolle informatie
pallialine
palliaweb
oncoline
iknl
https://www.palliaweb.nl/projecten/goed-voorbeeld-zorgpad-stervensfase


Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies