Thema 4 Voortplanting en seksualiteit vmbo-b jaar 2

Thema 4
Voortplanting en seksualiteit
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
Voortplanting en seksualiteit

Slide 1 - Tekstslide

Voortplantingsstelsel
Voortplantingsstelsel: Alle organen die een rol spelen bij de voortplanting.

Geslachtsorganen: Organen die ervoor zorgen dat mensen zich kunnen voortplanten.





Slide 2 - Tekstslide

Voortplantingsorgaan van de man

Slide 3 - Tekstslide

Voortplantingsorgaan van de vrouw

Slide 4 - Tekstslide

Geslachtskenmerken: kenmerken 
waaraan je kan zien of iemand een
 meisje of een jongen is.

Geslacht/sekse: of iemand een meisje 
of een jongen is.

Slide 5 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken
Primaire geslachtskenmerken: de geslachtskenmerken 
die je al vanaf je geboorte hebt.

Jongen: Penis en balzak
Meisje: Vulva

Slide 6 - Tekstslide

Uitwendige geslachtsorganen
Uitwendige geslachtsorganen: deel van het geslachtsorgaan die je aan de buitenkant kunt zien.

Slide 7 - Tekstslide

Inwendige geslachtsorganen van de vrouw
Baarmoeder: Hierin ontwikkeld een bevruchte 
eicel tot een kind.
Eileiders: Buis die een eicel vervoert naar 
de baarmoeder.
Eierstokken: Hierin ontwikkelen zich eicellen.
Vagina: Opening van de vulva die in verbinding staat 
met de baarmoeder.
Maagdenvlies: Randje weefsel aan het begin van 
de vagina.

Slide 8 - Tekstslide

Inwendige geslachtsorganen van de man
Teelbal: Orgaan dat de zaadcellen 
maakt.
Bijbal: Hierin worden de zaadcellen 
worden opgeslagen. 
Zaadleider: Buis die zaadcellen vervoeren. 
Urinebuis: Vervoert urine naar buiten het 
lichaam.

Slide 9 - Tekstslide

Wat doet het voortplantingsstelsel?
A
Zorgt voor het spijsvertering
B
Zorgt voor het ademhalen
C
Regelen van de lichaamstemperatuur
D
Zorgt voor het voortplanten (kinderen krijgen)

Slide 10 - Quizvraag

Welke organen horen bij het voortplantingsstelsel van de vrouw en liggen binnen in het lichaam.
A
Clitoris en vulva
B
Eierstokken, eileiders en baarmoeder
C
Balzak en teelballen
D
Penis en prostaat

Slide 11 - Quizvraag

Hoe noem je de geslachtskenmerken die je al vanaf de geboorte kunt zien?
A
Secundaire geslachtskenmerken
B
Primaire geslachtskenmerken
C
Tertiaire geslachtskenmerk
D
Intersekse kenmerken

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent het als een baby intersekse is?
A
De baby heeft alleen mannelijke geslachtskenmerken
B
De baby heeft geslachtskenmerken van beide geslachten of deze zien er anders uit
C
De baby heeft geen geslachtskenmerken
D
De baby verandert later nog van geslacht

Slide 13 - Quizvraag

Hoe heet het buitenste deel van de vrouwelijke geslachtsorganen?
A
Baarmoeder
B
Vagina
C
Vulva
D
Clitoris

Slide 14 - Quizvraag

Waar groeit een baby tijdens de zwangerschap?
A
In de eileider
B
In de baarmoeder
C
In de vagina
D
In de eierstok

Slide 15 - Quizvraag

Waar worden de zaadcellen geproduceerd?
A
In de prostaat
B
In de bijballen
C
In de teelballen
D
In de zaadleider

Slide 16 - Quizvraag

Hoe heet het deel van de penis dat gevoelig is voor prikkels en bedekt met de voorhuid?
A
Balzak
B
Eikel
C
Zwellichaam
D
Urinebuis

Slide 17 - Quizvraag

Basisstof 2
Puberteit

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
Aan het einde van deze les ken ik:
1. Je weet wat de functie is van hormonen.
2. Je snapt wat lichamelijke en geestelijke verandering
      in de pubertijd zijn. 

Slide 19 - Tekstslide

Hormonen: stoffen in je lichaam die de werking van je organen regelen. Deze komen in je bloed door heel je lichaam.

Hormonen die door de geslachtsorganen 
zijn gemaakt worden: geslachtshormonen 
genoemd.




Slide 20 - Tekstslide

Puberteit: Periode wanneer je van kind tot volwassen veranderd
- Je lichaam maakt geslachtshormonen aan.
- Wat zijn andere veranderingen

Slide 21 - Tekstslide