Je gebruikt de gerund:
- na voorzetsels als for, to, about, from, etc.
- na bepaalde werkwoorden zoals to hate, to love, to stop, etc.
- als (deel van het) onderwerp
- na een aantal woorden/uitdrukkingen, zoals to feel like, it's worth, can't help, etc.
voor een volledige lijst zie je Reference book blz. 64-65