H3 2.2 naamgeving + reactievergelijkingen kloppend maken

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Naamgeving + Reactievergelijkingen

Deze les

• Herhalen van §2.1 en §2.2 


• Naamgeving 
• Aan de slag met een computerprogramma
• Aan de slag met opgaven uit het boek

Molecuulformule naar naam

H₂O: 2 H en 1 O

twee = di, mono =1 

Diwaterstofmono-oxide 

Mono alleen voor oxide gebruiken!

P₂O_{5: 2 P en 5 O}

_{2 = di, 5 = penta}

_{Difosforpentaoxide}

Ontleedbare stoffen

Ontleedbare stof met zuurstof --> oxide

PCl₅ 

Fosforpentachloride 

Naam naar molecuulformule

Distikstoftetraoxide 

Di = 2, tetra = 4 

stikstof = N, oxide = O

N₂O₄

Coëfficiënt

Geeft aan hoeveel moleculen er zijn:

3 moleculen water = 3 H₂O (l)

Geef de naam van

P​4​​S​7​​​​​

Geef de naam van KCl

Wat is in dit voorbeeld de coëfficiënt?
5 NaCl

Leerdoelen

• Je kunt in eigen woorden uitleggen waarom je reactievergelijkingen kloppend moet maken. 
• Je weet hoe je reactievergelijkingen kloppend kunt maken. 

Molecuulformules

Oefenen met link (volgende slide)

Opdrachten:

• (link vorige slide) Doe de inleiding. Zet daarbij bij hulpmiddelen de weegschaal aan. Dit doe je voor de drie reactievergelijkingen. 
  
• (link vorige slide) Daarna klik je op spel. Begin met niveau 1, daarna niveau 2, eventueel niveau 3.
  

phet.colorado.edu

Aan de slag

• (link vorige slide) Doe de inleiding. Zet daarbij bij hulpmiddelen de weegschaal aan. Dit doe je voor de drie reactievergelijkingen. 
  
• (link vorige slide) Daarna klik je op spel. Begin met niveau 1, daarna niveau 2, eventueel niveau 3.