inktober

Inktober
Klas 4 
textuur/ structuur
pen en inkt
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inktober
Klas 4 
textuur/ structuur
pen en inkt

Slide 1 - Tekstslide

Studiewijzer
23-11
Inktober afronden
30-11
Start stilleven
7-12
Stilleven
14-12
Toetsweek
21-12
Afronden stilleven

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je na deze les?
  • Herkennen van een textuur / structuur
  • Uitleggen wat een textuur structuur is en wat het verschil is.
  • Maken van een textuur en structuur met pen en inkt . 
  • In de textuur/structuur licht en donker aanbrengen.

Slide 3 - Tekstslide

Texturen 
(hoe het voelt) 
kun je voelen, ruw, grof, bobbelig, korrelig,zacht etc.

Slide 4 - Tekstslide


Textuur hoe het voelt & structuur hoe je het tekent en hoe het bij elkaar heet.



De bekenste vorm van structuur toe passen in de tekenkunst heet "arceren". Eigenlijk teken je allemaal hele kleine lijntjes. Hoe dichter je die lijntjes bij elkaar zet, hoe donkerder de arcering word. 

Hoe verder je de lijntjes van elkaar af zet, hoe lichter het word. Zo maak je verschillende tonen of tinten met maar 1 kleur. Op de volgende slide zie je voorbeelden van verschillende tonen van structuur en een voorbeeld van een tekening met alleen maar dit soort lijntjes (gearceerd)

 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht pak een vel papier en maak daarop 5 verschillende structuren
Probeer zelf ook wat structuren te verzinnen.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht
Pak een vel en maak daarop verschillende structuren.
Maak een verloop van licht naar donker.
Maak minimaal 5 verschillende structuren met pen en inkt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Werken met inkt
Belangrijke regels voor werken met inkt.
1. Blijf op je plek zitten, de potjes inkt kunnen om gestoten worden wanneer er te veel mensen door het lokaal lopen.
2. Als je het potje vastpakt, pak het dan aan het flesje en niet aan de dop.
3. Werk netjes en let op je kleding, want inkt was je niet uit je kleren.
4  Maak je pen schoon en droog, anders gaat het metaal roesten.
5. Zorg dat het potje inkt goed dicht gedraaid is.
6. laat je pen nooit in het potje staan!

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht: 
Nu heb je geoefend met structuur en inkt. 
1. Maak op papier formaat 7x7 cm minimaal 7 verschillende dieren.
2. Gebruik structuren.
3. Denk na over de achtergrond en de plaatsing van het dier.
4. Compositie en afsnijding, close-up of medium afgebeeld.

Uiteindelijk maak je er dit van maar dan vierkant en met karton als begin en eindpunt.
Voorbeeld:

Slide 14 - Tekstslide

Voorwaarden voor een cijfer
  1. Je hebt geoefend met het maken van structuren.
  2. Je hebt minimaal 5 verschillende dieren gemaakt.
  3. Je hebt voor de huid diverse structuren verzonnen.
  4.  In de dieren heb je gewerkt met licht en donker structuren.
  5. Je hebt je werk verwerkt tot een boekje.





Slide 15 - Tekstslide

Beoordeling
Bij de beoordeling kijk ik naar:
Gebruik van Licht en donker door middel van structuren
Gebruik van pen en inkt, bij fouten kun je dat gebruiken in je werk.
Hoe ben je omgegaan met de vormgevende middelen, vorm, overlapping, en compositie en afsnijding. Blijkt uit je werk dat je daar wel overwogen over nagedacht hebt.

Slide 16 - Tekstslide