Werken aan zelfredzaamheid in huis

Werken in zelfredzaamheid in huis 
Deel C&D
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Werken in zelfredzaamheid in huis 
Deel C&D

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke hulp krijgt Karin?

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn de voordelen van thuis blijven wonen vindt Karin?

Slide 4 - Open vraag

Bij welke beperking heb je rolstoel nodig?
A
een auditieve beperking
B
een verstandelijke beperking
C
een motorische beperking
D
een visuele beperking

Slide 5 - Quizvraag

Visuele beperking
Auditieve beperking

Slide 6 - Tekstslide

Motorische beperking                               Verstandelijke beperking 

Slide 7 - Tekstslide

Welke soort beperking hoort bij deze beschrijving?
Christa van twaalf jaar heeft een denkniveau van een zesjarige.
Willem communiceert met gebarentaal. 
Noah is spastich.
Emre heeft een blindegeleide hond. 
Doortje heeft het syndroom van Down.
Auditieve 
Motorische 
Verstandelijke 
Visueel 
Verstandelijke 

Slide 8 - Sleepvraag

24 uur per dag zorg of toezicht die chronisch nodig zal zijn
 Medische zorg behandeling of verpleeging. Leren omgaan met verstandelijke beperking
Hulp bij opvoedproblemen, bij gedragsproblemen of begeleiding en persoonlijke zorg van een kind met een milde handicap.
 Kosten voor hulpmiddelen. 
WLZ
ZVW
Jeugdwet
WMO

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Video

Welke voordelen van thuistechnologie heb je gezien in de film?

Slide 11 - Open vraag

Wat is DOMOTICA??
A
Domotica is een computer voor elektrotechniek
B
Domotica is een spel op je telefoon.
C
Met Domotica kan ik op mijn schoen verschillende plaatjes maken
D
Domotica bestaat niet

Slide 12 - Quizvraag

Voedingsgewoonten 
Christendom

In het christendom mag eigenlijk alles gegeten worden.
Op feestdagen worden er wel speciale dingen gegeten.
Katholieken kennen ook een vastenperiode. Dit is tussen carnaval en Pasen in.
Carnaval is het feest van de vastenavond gevolgd door Aswoensdag.
Dit is dan het begin van de vasten die 40 dagen duurt.

Slide 13 - Tekstslide

Islam 

Volgens de islamitische wetten zijn voedingsmiddelen onder te verdelen in halal en haram.
Halal betekent letterlijk; toegestaan, wettelijk of rein.
Haram betekent; niet toegestaan, niet wettelijk of onrein.

Dit zijn bijvoorbeeld producten op basis van bloed, varkensvlees en het het vlees van dieren die aan een natuurlijke dood zijn gestorven (niet geslacht) of die niet in naam van Allah werden geslacht.
Ramadan is de vastenmaand waarbij moslims niets eten en drinken niets tussen de zonsopgang en zonsondergang. De ramadan wordt afgesloten met het suikerfeest.

Slide 14 - Tekstslide

Jodendom
Joden houden zich ook aan de voorschriften in verband met voedsel.
Ze eten kosjer. Zo is het verboden bloed te eten of te drinken. Melk- en vleesproducten worden nooit samen opgediend. 

Slide 15 - Tekstslide

Hindoeïsme
Hindoestanen geloven in reïncarnatie waarbij je na de dood weer op aarde terugkeert in een ander lichaam.
Dit kan een mensenlichaam zijn, maar ook een dier of zelfs een plant.
Andersom kan een dier een gereïncarneerd mens zijn.
Hindoestanen zien alle levende wezens als een deel van God; doden van een levend wezen betekent dus het beschadigen van deze God. In de praktijk komt het erop neer dat vooral veel oudere Hindoes vegetariër zijn.
Zij eten dus geen vlees of vis.
Niet-vegetarische Hindoes eten geen rund- of kalfsvlees, want juist de koe wordt als een heilig dier beschouwd.

Slide 16 - Tekstslide

Je hebt diverse voedingsgewoonten. Welke uitspraken hoort bij Hindoeïsme?
A
Ze beschouwen het varken als heilig dier.
B
Ze beschouwen de koe als een heilig dier.
C
Ze vasten bij religieuze bijeenkomsten en bij sterfgevallen
D
Ze eten vaak alleen vegetarisch.

Slide 17 - Quizvraag

Schrijf van iedere godsdienst in één of twee zinnen op wat de invloed van het geloof op de eetgewoonten van de gelovigen is.

Christendom: ...................
Islam: ......................................
Jodendom: .........................
Hindoeïsme: ......................

Slide 18 - Sleepvraag