bwb en vzv

Herhaling grammatica h3 + h4 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling grammatica h3 + h4 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Planning deze week + volgende week doornemen
  • Alle theorie herhalen
  • Zelf nakijken opdrachten h4
  • Maken opdracht 13,14,15 h4 grammatica

Slide 2 - Tekstslide

Planning deze week + volgende week 
  • Vandaag: herhalen theorie + nakijken h4 + maken opdracht 13,14,15
  • Dinsdag: herhalen theorie + extra grammatica h3, zelf 5 opdrachten kiezen (zelf nakijken)
  • Woensdag: definitieve datum boek + herhalen theorie + extra grammatica h4, zelf 5 opdrachten kiezen (zelf nakijken)
  • Maandag: alles herhalen + extra oefenen 
  • Dinsdag: toets grammatica h3 + h4
  • Woensdag: uitleg boekopdracht 

Slide 3 - Tekstslide

Grammatica h4 herhalen
  • voorzetselvoorwerp
  • voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling
  • bijwoordelijke bepaling
  • voornaamwoordelijk bijwoord
  • voornaamwoordelijk bijwoord als zinsdeel 

Slide 4 - Tekstslide

Vul aan: informeren.... , twijfelen...., vertrouwen.....

Slide 5 - Open vraag

Kun je zelf een werkwoord bedenken
waar een vast voorzetsel bij hoort?

Slide 6 - Woordweb

voorbeelden
denken aan: Hij denkt aan zijn vakantieliefde.
wachten op: Zij wachten op de boot naar Terschelling.
rekenen op: Wij rekenen op een nieuwe auto.
trouwen met: Ik trouw met de man van mijn dromen.
boos zijn over: Je bent toch niet nog steeds boos over dat grapje?
zich onthouden van: De politicus onthield zich van stemming

Slide 7 - Tekstslide

Wat is volgens jou het verschil (tip: vz)?
1 Vanmorgen wachtte ik op de fiets.
2 Je stemt toch op de VVD?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

herhaling voorzetselvoorwerp

Een voorzetselvoorwerp (vzv):

- begint met een voorzetsel (in, op, tijdens, na etc.)

- het voorzetsel kun je niet vervangen door een ander voorzetsel

- het voorzetsel hoort bij een vast werkwoord

- heeft vaak een figuurlijke betekenis


Slide 10 - Tekstslide

Verschil bwb en vzv


Hij wacht op zijn vriendin. -- vzv

Hij wacht op de stoep. -- bwb


Bij een bwb:

- geeft het voorzetsel een precieze plaats of tijd aan

- kun je het vaak vervangen door een ander voorzetsel



Slide 11 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp of bijwoordeljke bepaling?
Wij vertrouwen op uw medewerking.
A
Op uw medewerking = vzv
B
Op uw medewerking = bwb

Slide 12 - Quizvraag

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Ik reken op zijn hulp.
A
Op zijn hulp = vzv
B
Op zijn hulp = bwb

Slide 13 - Quizvraag

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?
Wij fietsen door Hardinxveld.
A
door Hardinxveld = vzv
B
door Hardinxveld = bwb

Slide 14 - Quizvraag

Bijwoordelijke bepaling 
  • Zorgt voor extra informatie
  • Je hebt verschillende bijwoordelijke bepalingen, namelijk: bwb van tijd, hoedanigheid, plaats, reden, oorzaak, hoeveelheid, richting, middel

Leer de vragen die bij elke bijwoordelijke bepaling horen goed!! 

Slide 15 - Tekstslide

Voornamelijk bijwoord 
Een voornaamwoordelijk bijwoord is een samengesteld woord: het eerste deel is een bijwoord, het tweede deel is een voorzetsel. 

Het vervangt een zinsdeel dat met een voorzetsel begint. 

Voorbeelden: eraan, erbij, daaraan 

Slide 16 - Tekstslide

Voornaamwoordelijk bijwoord als zinsdeel

Het voornamwoordelijk bijwoord vervangt een bijwoordelijke bepaling of voorzetselvoorwerp. 

Bijvoorbeeld: In kranten komen reclames. Daarin komen reclames. 

Slide 17 - Tekstslide

Maken...
Zelf alle opdrachten van hoofdstuk 4 nakijken. Kijk goed naar de fouten die je hebt gemaakt! Stel vragen aan degene naast je. 

Maken opdracht 13,14,15 grammatica h4 

Klaar? Leren voor de toets/lezen in je leesboek 

Slide 18 - Tekstslide