Th1.4 Chromosomen

 Chromosomen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

 Chromosomen

Slide 1 - Tekstslide

opstarttaak
1. Inloggen in lessonup
2. Werkboek - schrift - etui op tafel
3. Kijk 1.3 opdracht 1 t/m 6 na en verbeter je antwoorden; Noteer welke vragen je hebt. (Antwoorden staan in onenote)
4. Lezen 1.4
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
  • kan ik de kenmerken en functie van de chromosomen beschrijven.
  • weet ik waarom chromosomen in paren voorkomen.
  • weet ik hoeveel chromosomen er in mijn lichaamscellen zijn.
  • kan ik het verschil tussen geslachts- en lichaamscellen uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Schrijf de woorden over
Chromosomen:
DNA: . 
erfelijke eigenschappen
chromosomenparen: 
lichaamscellen: 
 
Opdracht: Noteer deze onderdelen van cellen in je schrift. Zet achter elk begrip een omschrijving in eigen woorden (WB blz. 26&27; 65&66)
timer
4:00

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf de woorden over
Chromosomen: lange keten van dna en eiwit in de celkern
DNA: .stof waarin de informatie voor de erfelijke eigenschappen is opgeslagen
erfelijke eigenschappen: eigenschap je krijgt van je ouders, zoals de kleur van je ogen
chromosomenparen: in lichaamscellen komen de chromosomen in 2-tallen voor.
lichaamscellen: cel waarin de chromosomen in paren voorkomen. het aantal chromosomen is altijd een even getal.
 
Opdracht: Noteer deze onderdelen van cellen in je schrift. Zet achter elk begrip een omschrijving in eigen woorden (WB blz. 26&27; 65&66)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Chromosomen
  • In de celkern liggen chromosomen.
  • Chromosomen zijn opgebouwd uit  DNA en eiwit.
  • DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen. 
  • Alleen als een cel zich gaat delen zijn chromosomen zichtbaar. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Elke lichaamscel heeft 23 paar chromosomen

Slide 10 - Tekstslide

chromosomen 
  • Dit is een chromosomenportret
  • Mensen hebben 23 paren chromosomen.
  • Totaal 46 chromosomen.
  • De paren zijn gelijk, behalve de geslachtschromosomen  (bij de man XY en vrouw XX)

Slide 11 - Tekstslide

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel gaat zich delen.




Slide 12 - Tekstslide

Geslachtscel en Lichaamscel
  • Je kan het verschil noemen tussen een lichaamscel en een geslachtscel 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Chromosomen liggen
A
In de celkern
B
In het cytoplasma
C
In de vacuole
D
In de bladgroenkorrels

Slide 15 - Quizvraag

Chromosomen komen in lichaamscellen
A
Enkelvoudig voor
B
In paren voor

Slide 16 - Quizvraag

Het aantal chromosomen in een spiercel is .............het aantal chromosomen in een huidcel
A
Kleiner dan
B
Gelijk aan
C
Groter dan

Slide 17 - Quizvraag

Luca zegt dat een lichaamscel van een struisvogel geen 37 chromosomen kan bevatten. Leg uit dat dit inderdaad niet kan.

Slide 18 - Open vraag

huiswerk
HW

1.3 opdracht 4 t/m 6
1.4 opdracht 1 t/m 3

Slide 19 - Tekstslide