Leren voor krachten en constructies

Krachten en constructies
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Krachten en constructies

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zwaartekracht.


Zwaartekracht is de kracht waarmee aarde voorwerpen aantrekt.

Door de zwaartekracht val je altijd naar beneden.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zwaartekracht en massa
De eenheid van kracht is de newton (N)
Op een voorwerp met een massa van 1,00kg werkt een zwaartekracht van 9,81N.

De zwaartekracht op de aarde
(in Nederland) is 9,81 N/kg


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zwaartekracht = aantrekkingskracht
De grootte van de zwaartekracht is afhankelijk van de grootte van het voorwerp.

Op de maan is de zwaartekracht dus kleiner dan op aarde. (ongeveer 6x zo klein)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constructies
  • Druk- en trekkrachten in bouwmaterialen.
  • Niet alle bouwmaterialen zijn even goed bestand tegen druk- en trekkrachten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beton wapenen tegen trekkrachten: gordijn

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Constructies
  • Druk- en trekkrachten in bouwmaterialen.
  • Niet alle bouwmaterialen zijn even goed bestand tegen druk- en trekkrachten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beton wapenen tegen trekkrachten: gordijn

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste brug
  • Ontstaan door de natuur.
  •  Omgevallen bomen of stenen die over/in het water lagen.
  • Je kan dit de eerste liggerbrug noemen. 
  • De 

Slide 12 - Tekstslide

De eerste bruggen zijn ontstaan door de natuur. Dit waren omgevallen bomen of stenen die over/in het water lagen.
Je kan dit de eerste liggerbrug noemen. 
Bruggen
  • De vloer van een brug heet brugdek
  • De afstand die het brugdek moet overbruggen heet overspanning
  • Pijlers ondersteunen de brug. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ophaalbrug
  • Soms is het nodig dat een brug omhoog kan.
  • Een ophaalbrug heeft een contragewicht boven de grond
  • Een basculebrug heeft een contragewicht onder de grond

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liggerbrug
  • Wordt ook wel plaat- of balkbrug  genoemd. 
  • Een lange liggerbrug kan worden ondersteund met pijlers.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boogbrug
  • Het gewicht van/op de brug wordt opgevangen door de boogconstructie. 
  • Het gewicht (kracht/last) wordt via de boog naar de ondergrond gebracht.  

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hangbrug
  • Het wegdek is met dunne kabels opgehangen aan een dikke kabel. 
  • De dikke kabel is tussen twee pilaren (pylonen) opgehangen.   

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vakwerkbrug
  • Sterk door driehoeken

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tuibrug
  • De kabels (tuien) zijn vanaf de pilaar (pyloon) rechtstreeks aan het wegdek bevestigd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sterk en stevig
Door na te denken over de vormen en het materiaal die je gebruikt in een constructie, kun je een bouwwerk sterk en stevig maken. 

Een driehoek is bijv. sterker dan een vierkant of rechthoek.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies