Werkwoordspelling les 2 beroepshavo

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen in je leesboek
Betogende spreekbeurt: uitleg + groepjes vormen
Verhaalanalyse: perspectief, personages
Werkwoordspelling: uitleg en opdrachten
Nederlandse taaltest: jouw taalniveau testen


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
Lezen in je leesboek
Betogende spreekbeurt: uitleg + groepjes vormen
Verhaalanalyse: perspectief, personages
Werkwoordspelling: uitleg en opdrachten
Nederlandse taaltest: jouw taalniveau testen


Slide 1 - Tekstslide

timer
20:00
(voorlopige) 
literatuurlijst: maandag 2 oktober inleveren

Slide 2 - Tekstslide

Verhaalanalyse
In welk perspectief is jouw verhaal geschreven?
Hoe zou je de personages karakteriseren?  Direct/Indirect?
  • letterlijke beschrijving van uiterlijk/karakter
  • uitgaan van wat
Hoe zou je de personages beoordelen?
  • Vind je wat ze doen/zeggen acceptabel op basis van jouw eigen / hedendaagse normen en waarden? Begrip tonen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Betogende spreekbeurt SE1
Je krijgt uitleg over het eerste SchoolExamen (SE1).
Je kan na de uitleg vertellen wat dit schoolexamen inhoudt.
Je hebt een duo gevormd.
Je hebt een onderwerp en stelling bedacht.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Doelen: 
Verschillende tijden van de persoonsvorm schrijven & voltooid deelwoord leren schrijven ----> vorige week
De regels omtrent bijvoeglijk naamwoord leren en toepassen.

Maak aantekeningen!

Slide 16 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Vlekkeloos Nederlands, blz. 18
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord: 
De grote auto - De omgespitte tuin
REGEL: Zo kort mogelijk!
Tenzij de uitspraak door de korte vorm verkeerd wordt:
De gestorde man  ----> de gestoorde man
De verrote appels ---> de verrotte appels

Slide 17 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
REGEL: Zo kort mogelijk....als de uitspraak maak goed is!

Uitzondering: het voltooid deelwoord :-(
Als het voltooid deelwoord op -en eindigt, dan het bijv.nmw. ook.
Een ...... ei (bakken).
Een....portemonnee (vinden).
Tip: verander de volgorde.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Er zijn ook onregelmatige werkwoorden, zoals:
hebben, mogen, zullen, willen, zijn, kunnen.

Dan gelden er andere regels!
ik                                u
jij                               wij
hij/zij

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden vervoeg je hetzelfde als Nederlandse werkwoorden.
Soms ziet dit er dus niet uit!!!!

Slide 26 - Tekstslide

Aan de slag
1) Vlekkeloos Nederlands, maken: test 13-15-17-19 (blz. 29 e.v.)
Zie ook de uitleg (blz. 9 e.v.)!
Gedaan? We kijken over 30 min. na. Ga naar www.nederlandsetaaltest.nl Maak de onderdelen:
-  Werkwoordspelling - spelling - zinsbouw - stijl - uitdrukkingen - grammatica. Schrijf je scores op!!
Na 30 minuten gaan we nakijken.
timer
30:00

Slide 27 - Tekstslide

Hoeveel fout?


0-5
6-10
11-15
Meer dan 15

Slide 28 - Tekstslide

Extra verdieping

TIP: Maak een account aan op www.beterspellen.nl en maak elke dag een quizvraag om je spelling te oefenen.

Slide 29 - Tekstslide

Nederlandse taaltest
Werkwoordspelling
Spelling             Zinsbouw /stijl                    woordenschat Uitdrukkingen/spreekwoorden/gezegdes
Grammatica: zinsontleding
Grammatica: woordbenoeming

Schrijf je scores op!!       menti.com
timer
20:00

Slide 30 - Tekstslide

Quizlet
Signaalwoorden:
herkennen + verbanden leren

Slide 31 - Tekstslide