intro 4VA mentorklas

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel leerlingen (afgerond) heeft onze school?
A
650
B
740
C
830
D
880

Slide 2 - Quizvraag

Ieder jaar mag je met je mentorklas iets leuks organiseren. Daar is geld voor beschikbaar. Hoeveel?
A
100 euro per klas
B
200 euro per klas
C
10 euro per leerling
D
15 euro per leerling

Slide 3 - Quizvraag

Soms valt je tandartsafspraak onder schooltijd. Hoe, wanneer en bij wie?
A
je ouder belt school of jij toont je afsprakenkaart vóóraf
B
jij toont je afsprakenkaart aan de rector vóóraf
C
je tandarts belt school vóóraf
D
jij toont je afsprakenkaart aan de mentor achteraf

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel minuten na aanvang mag je de les niet meer in?
A
10
B
15
C
20
D
30

Slide 5 - Quizvraag

Na hoeveel keer Huiswerk Vergeten wordt de mentor ingeschakeld?
A
na 1x
B
na 3x
C
na 5x
D
na 6x

Slide 6 - Quizvraag

Na hoeveel keer OV / TL worden je ouders gebeld?
A
na 12x
B
na 10x
C
na 8x
D
na 6x

Slide 7 - Quizvraag

Na hoeveel keer NIET INHALEN van OV/TL worden je ouders gebeld?
A
Na 6x
B
Na 4x
C
Na 2x
D
Na 1x

Slide 8 - Quizvraag

Hoe lang tevoren moet 1 repetitie minimaal zijn opgegeven?
A
1 week
B
5 werkdagen
C
3 werkdagen
D
2 werkdagen

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel normale toetsen mag school jou maximaal op één normale schooldag laten maken?
A
1 repetitie
B
1 repetitie en 1 SO
C
1 repetitie en een onbeperkt aantal SO's
D
1 repetitie en 2 SO's

Slide 10 - Quizvraag

Na hoeveel dagen moet je toetscijfer bekend zijn?
A
Na 14 dagen
B
Na 10 dagen
C
Na 1 week
D
Na 5 dagen

Slide 11 - Quizvraag

Deadline voor een opdracht gemist? Dan...
A
...lever je het toch gewoon later in?
B
...wacht je tot de docent je om je werk vraagt.
C
...wacht je tot er INH in magister verschijnt.
D
...mogen punten worden afgetrokken.

Slide 12 - Quizvraag


Je mentor is er om je te helpen met:
A
school
B
thuis/hobbies/werk
C
verleden/heden/ toekomst
D
waar je maar mee zit.

Slide 13 - Quizvraag