rekenen M2 29 januari 2018

Rekenen M2 29 januari 2018
1. Doel: Je leert dat er 3 soortern kalenders zijn: een agenda, een jaarkalender en een verjaardagskalender. 
2. Je kunt informatie aflezen uit deze kalenders. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen M2 29 januari 2018
1. Doel: Je leert dat er 3 soortern kalenders zijn: een agenda, een jaarkalender en een verjaardagskalender. 
2. Je kunt informatie aflezen uit deze kalenders. 

Slide 1 - Tekstslide

instructie

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Een jaarkalender
Alle maanden van het jaar staan erin. 
Je ziet meteen hoeveel maanden er in een jaar zitten. 
Je ziet de dagen van de week erboven staan. 
Je ziet de weken in een oogopslag. 

Slide 4 - Tekstslide

CVB
Hoeveel maanden heeft een jaar ?
Klopt dat op de jaarkalender ?
Hoeveel dagen kan een maand hebben ?
Welke maand heeft de minste dagen ?
Een week heeft 7 dagen , waar moet je dan kijken op de kalender ?

Slide 5 - Tekstslide

CVB
Pasen en kerst zijn altijd op zondag ? Waar of niet waar ?
Welke datum volgt op Oudejaarsavond ?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

De verjaardagskalender
Een verjaardagskalender is ieder jaar hetzelfde .

Slide 8 - Tekstslide

Een agenda 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


Een agenda is verplicht!


Je mag kiezen:  

Een papieren agenda of een agenda op de Ipad


Je gebruikt de agenda!

Slide 11 - Tekstslide

instructie agenda
Dit is een specifieke jaarkalender. Alle dagen van het jaar staan er in. De indeling is anders dan een gewone kalender. 
Je hebt verschillende soorten agenda's:
  • Met een indeling per week
  • Met een indeling per dag

Slide 12 - Tekstslide

agenda's
  • Lopend vanaf januari t/m december
  • Lopend vanaf augustus t/m juli ( schoolagenda's)
  • digitale agenda's 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

CVB
wanneer gebruik je een verjaardagskalender ?
Wanneer een agenda ?
Wat is een kwartaal ?
In welk kwartaal zitten de maanden april, mei en juni ?

Slide 18 - Tekstslide

begeleide inoefening
Snappet opgave 1 : verjaardagskalender
Snappet opgave 3D : een agenda
Snappet 3 G:  een jaarkalender, alleen de maand oktober. 
Let op opgave 3 J: vlekken.

Slide 19 - Tekstslide

zelfstandige verwerking
Je maakt zelfstandig Snappet rekenen bkok 7 wk 1 les 1 .
Je maakt alle opgaven zelfstandig. Ben je klaar ? werk aan je leerdoelen. 
Afspraken : stemvolume : 0

Slide 20 - Tekstslide