Les 3 - 4 vwo - periode 3

Welkom!
Voor de thuisblijvers:
  • Webcam aan + werk- en leerboek op tafel;
  • Aantekeningenschrift bij de hand;
  • Aanmelden www.Lessonup.app via code.

Voor leerlingen in de klas:
  • Werk- en leerboek op tafel;
  • Aantekeningenschrift bij de hand.
  • Telefoon wanneer we deze nodig hebben voor LessonUp.


timer
2:00
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Voor de thuisblijvers:
  • Webcam aan + werk- en leerboek op tafel;
  • Aantekeningenschrift bij de hand;
  • Aanmelden www.Lessonup.app via code.

Voor leerlingen in de klas:
  • Werk- en leerboek op tafel;
  • Aantekeningenschrift bij de hand.
  • Telefoon wanneer we deze nodig hebben voor LessonUp.


timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Voor de thuisblijvers: hoe goed ben ik te verstaan via de headset?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Startopdracht
Wat? Maken startopdracht.
Hoe? thuisblijvers: ga naar Google Classroom aardrijkskunde 4V. Daar staat de opdracht. Werk de antwoorden uit op papier of in je aantekeningenschrift.  
Tijd: 6 min.
Klaar? Bestuderen §3.3 & §3.4

timer
6:00

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken startopdracht

Slide 4 - Tekstslide

Herhalingsvragen

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling:  §3.1 + §3.2

  • Wat is het verschil tussen een mental map en een geografisch beeld?
  • "In Peru speelt iedereen op een panfluit". Waarom is dit een voorbeeld sprake van een stereotypering?
  • Waarom is het belangrijk om een geografisch beeld van Zuid-Amerika te vormen?
  • Waar kom je actieve subductie tegen? In west of oostelijke continentrand van Zuid-Amerika?

Slide 6 - Tekstslide

En voor de thuisblijvers...

Slide 7 - Tekstslide

Even terugdenken aan paragraaf §3.2

Slide 8 - Tekstslide

Welke antwoorden zijn juist?
Bij subductie
A
duikt een oceanische plaat onder een continentale plaat
B
is sprake van een divergente plaatbeweging
C
komen lichte aardbevingen voor
D
ontstaat een stollingsgesteente zoals andesiet

Slide 9 - Quizvraag

2 beweringen:
1. De oostrand van Zuid-Amerika is tektonisch heel actief
2. Op het Braziliaanse en het Guyana-schild zijn vooral jonge gesteenten te vinden
A
1 is juist, 2 onjuist
B
beide beweringen zijn juist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
beide beweringen zijn onjuist

Slide 10 - Quizvraag

2 beweringen:
1. Oceanische platen zijn ouder dan continentale platen
2. Ertsaders ontstaan doordat verschillende onderdelen van het magma bij verschillende temperaturen stollen, zodat metalen zich na afkoeling op bepaalde plekken ophopen
A
1 is juist, 2 onjuist
B
beide beweringen zijn juist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
beide beweringen zijn onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Vandaag

Slide 12 - Tekstslide

Vandaag
- Herhalen §3.1 & §3.2
- Uitleg & oefenen §3.3 + §3.4
- Toets inzien? Even afspraak maken.

Slide 13 - Tekstslide

Vandaag
  • §3 & §4: Klimaten & bevolking

Slide 14 - Tekstslide

1. Zoek op: Deze eilanden vormen een Brits overzees gebiedsdeel. De eilandengroep wordt geclaimd door Argentinië. Wat is de naam van deze zuidelijk gelegen eilanden?
Falklandeilanden

Slide 15 - Tekstslide

2. Zoek op: op welke rivier ligt de itaipu-waterdam?
Itaipu is een waterdam aan de rivier de Parana in Zuid-Amerika. Het is de op één na grootste waterkrachtcentrale ter wereld (na de Three Gorges Dam in China). Het werd gebouwd in 1975-1984. Itaiupu is een joint venture tussen Brazilië en Paraguay.

Slide 16 - Tekstslide

Programma:

3.1 Regionale beeldvorming
3.2 Landschappen
3.3 Klimaten
3.4 Bevolking: spreiding, samenstelling en groei.
3.5 Welvaart en welzijn
3.6 Ontwikkeling van de economie
3.7 Economische integratie en infrastructuur
3.8 Politieke ontwikkelingen
3.9 Vergelijking van Zuid-Amerika en Zuidoost-Azie: Sociaal-cultureel
3.10 Vergelijking van Zuid-Amerika en Zuidoost-Azie: sociaal-economisch



H3. Zuid-Amerika

Slide 17 - Tekstslide

Vandaag
  • §3: klimaten + §4 bevolking
  • Doel: op hoofdlijnen weten en begrijpen waarom een bepaald klimaat op een specifieke plek in Zuid-Amerika voorkomt + beschrijven en verklaren van opschuiving ZA-landen in demografisch transitiemodel

Slide 18 - Tekstslide

§3.3 & §3.4


  • Welke klimaten kom je tegen in Zuid-Amerika?

  • Met welke klimatologische factoren kan je de aanwezigheid van deze klimaten verklaren?

  • Waarom schuiven verschillende landen op in het demografisch transitiemodel?

Slide 19 - Tekstslide

Klimaten in Zuid-Amerika verklaren
  • Waarom komt een klimaat op een specifieke plek voor?
  • Teken ten eerste op de achterkant de overheersende luchtdrukgebieden en overheersende windrichtingen in.
  • Teken ook het Andesgebergte in.  

Slide 20 - Tekstslide

Deze les: Klimaten in Zuid-Amerika verklaren
  • Doel = Aan de hand van klimaatfactoren elk afzonderlijke klimaat in Zuid-Amerika verklaren

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Bron 13

Slide 24 - Tekstslide

Vegetatiezones
In Zuid-Amerika zijn drie soorten vegetatiezones met een savanneklimaat (Aw):
  • Grassavanne met bomen -> Llanes 
  • Savanne met doornstruiken en galerijbossen langs de rivieren -> Caatinga
  • Boomsavanne -> Cerrado

Slide 25 - Tekstslide

Noordelijke helft Zuid-Amerika ligt volledig in de tropen
Toch zijn er grote verschillen te vinden.

Hoe ontstaan de verschillen?
  • temperatuur
  • breedteligging
  • hoogteligging
  • loef- en lijzijde

Slide 26 - Tekstslide

Klimaatfactoren
Ligging van klimaat-, vegetatie- en landschapszones worden bepaald door klimaatfactoren:
  • Breedteligging
  • Hoogteligging
  • loef/lijzijde
  • invloed zee- en luchtstromen
  •  Land-zeeverdeling

  • Wat verstoort af en toe het patroon van zee- en luchtstromen? 
El Nino

Slide 27 - Tekstslide

Even herhalen...

Slide 28 - Tekstslide

Er zijn 5 klimaatfactoren die klimaat het bepalen
  1. De geografische breedteligging
  2. Land-zeeverdeling
  3. Hoogteligging
  4. ligging van gebergten
  5. Invloed van zeeën en oceanen

Slide 29 - Tekstslide

1. Geografische breedteligging
Algemene regel:
Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.

Dit komt doordat:
  1. Zonnestralen warmte verliezen naarmate ze langer onderweg zijn.
  2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.

Slide 30 - Tekstslide

2. Land-zeeverdeling
van invloed op neerslag en temperatuur
Algemene regel:
Wind van zee brengt meer neerslag met zich mee dan wind over land.

Verder van zee zijn de temperatuurverschillen tussen zomer en winter groter dan bij zee.

Slide 31 - Tekstslide

3. Hoogteligging
Algemene regel: Hoe hoger hoe kouder.

Per 1000 meter stijging daalt de temperatuur 6 graden.

(per 100 meter stijging -0,6 graden)

Slide 32 - Tekstslide

4. Ligging van gebergte
Algemene regel:
Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag.

Slide 33 - Tekstslide

5. De invloed van zeeën en oceanen
Algemene regels: 
1. Hoe verder van zee, hoe minder neerslag er valt.
2. Wind van zee heeft in de winter een verwarmend effect op het land en in de zomer een verkoelend effect.

3. Warme zeestromen kennen meer verdamping en hebben een verwarmend effect. Koude zeestroom heeft minder verdamping en een verkoelend effect.

Slide 34 - Tekstslide

Situatie ZA:

Het Andesgebergte




Loef- en lijzijde

Slide 35 - Tekstslide

Waar is de loefzijde bij het Andesgebergte?
A
Westkant
B
Oostkant

Slide 36 - Quizvraag

Hoe heet de kant van het gebergte waar de neerslag valt?

Slide 37 - Open vraag

 §3.3: klimaten beschrijven
Klimaat en landschapszones:
Noordelijke helft Zuid-Amerika = tropisch (Af). Verder beinvloeden hoogte de temperatuur (Cf en Eh) en loef- en lijzijde de neerslag (Aw). Noordoosten droogtes (Bs).

Zuidwaarts: steppe- en woestijnklimaten. Zuidelijkste puntje is gematigd zeeklimaat. 




Slide 38 - Tekstslide

§3.3: klimaten verklaren
Klimaatfactoren:
Klimaat- vegetatie en landschapszones worden bepaald door: geografische breedteligging, hoogte, noord-zuidligging, Andesgebergte en de invloed van zee- en luchtstromen.

Overheerstende zuidoostpassaat blaast waterdamp over Amazonebekken naar de Andes. zuidelijker zorgte de aflandige winden voor droogte aan de oostzijde van de Andes. Regenschaduw is dus aan de keerzijde.  




Slide 39 - Tekstslide

§4: Vergelijken verstedelijking in Zuid-Amerika en de ruimtelijkge gevolgen in beeld brengen

Slide 40 - Tekstslide

Bekijk bron 16 in het boek
Beschrijf en verklaar aan de hand van de bron de positie van de verschillende bevolkingsgroepen in Zuid-Amerika.
1. Witten
2. Zwarten en mulatten
3. Indianen en mestiezen

Slide 41 - Tekstslide

Demografisch transitiemodel
Hoe zat het ook alweer?
Welke fases kun je onderscheiden?
Wat is de positie van verschillende Zuid-Amerikaanse landen in dit model?

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

§3.4: Demografische transitie ZA
Oorzaken verschuiving Demografische Transitie:
  • Stijgende welvaart
  • Scholing
  • Verstedelijking
  • Rol media (soaps) in gezinsplanning

Algemene regel:
Traditioneel lopen de zuidelijke staten (Argentinie, Uruguay) in de demografische transitie voorop.



Slide 45 - Tekstslide

       §3.4: Zuid-Amerika meest verstedelijkte continent ter wereld
Snelle verstedelijking na 1950 door:
  • Uitstoot landbouw op platteland
  • Opkomst industrie in steden

De gevolgen voor spreiding van de bevolking waren/zijn:
  • Te snel ontstaan van megasteden (met favela's)
  • Snelle groei kleinere steden
  • Toename bevolkingsdichtheid in kustzonde. Na 1980 vlakt dit af 



Slide 46 - Tekstslide

Opdracht.
Pak telefoon: ga naar www.populationpyramid.net
Kies twee landen uit Zuid-Amerika uit & vul demografisch transitiemodel met snoepveters in.
Geef vervolgens verklaringen voor dit patroon

Opzoeken: 
- Birthrate, crude per 1.000 people.
- Mortality rate, under 5.

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Voorbeeld uitwerking

Slide 49 - Tekstslide

Verwerken
Wat?  Maken §3.3: opdr. 1,3,6 + §3.4: opdr. 1,4,6.
Hoe? Alleen 
Klaar? Ga je toch iets leuks doen?

timer
10:00

Slide 50 - Tekstslide