4.1/4.2 Wat zijn breuken + Breuken vereenvoudigen

Hoofdstuk 4 
Breuken
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 
Breuken

Slide 1 - Tekstslide

Planning van de les
- Terugblik vorige les
- Doelen van de les bespreken 
- Instructie Wat zijn breuken?
- opdrachten verwerken
- Vooruitblik & Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Decimale getallen vermenigvuldigen + delen

Voorbeeld 1:
6,5 x 7 =
Voorbeeld 2:
9,3 : 3 = 

Slide 3 - Tekstslide

- Ik weet dat een breuk een deel van een geheel aangeeft
- Ik ken de begrippen teller en noemer en weet wat ze in een breuk aangeven.

- Ik weet dat een breuk gelijk is aan 1 als de teller en de noemer even groot zijn.
- Ik weet dat een breuk groter is dan 1 als de teller groter is dan de noemer.

- Ik weet wat een samengestelde breuk is.
- Ik kan (samengestelde) breuken positioneren op een getallenlijn met hele getallen en decimale getallen om zo de waarde te zien
- Ik kan breuken vereenvoudigen.
Leerdoel van deze les

Slide 4 - Tekstslide

Breuken

Slide 5 - Woordweb

Een deel van een geheel
Een deel

Slide 6 - Tekstslide

De schrijfwijze:

Hoeveel delen benoemd?
-----------------------------
Hoeveel delen totaal?

Slide 7 - Tekstslide

De schrijfwijze:

Hoeveel delen benoemd?
-----------------------------
Hoeveel delen totaal?

Slide 8 - Tekstslide

Breuken
1/2 deel
3/8 deel
5/6 deel
1/4 deel

Slide 9 - Sleepvraag

Hoe heet ik?

?
---------------
?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet ik?

4 = teller
---------------
5 = noemer

Slide 11 - Tekstslide

Welk getal is in deze afbeelding de teller en welke de noemer?
A
4 is de teller 1 is de noemer
B
1 is de teller en 4 is de noemer
C
1 is de teller en 4 is de teller
D
1 is de noemer en 4 is de noemer

Slide 12 - Quizvraag

Groter, kleiner, evenveel
< Kleiner 
> Groter
= Gelijk aan

Is de teller kleiner dan de noemer, dan is de breuk < dan 1
Is de teller groter dan de noemer, dan is de breuk > dan 1
Is de teller gelijk aan de noemer, dan is de breuk = 1

Slide 13 - Tekstslide

12/13 ......... 1
A
<
B
>
C
=

Slide 14 - Quizvraag

5/4 ....... 1
A
<
B
>
C
=

Slide 15 - Quizvraag

Samengestelde breuken
Normaal geeft een breuk aan dat iets niet meer heel is. Je hebt nog een stuk van het geheel over.

Een samengestelde breuk is een breuk dat groter is dan het geheel. Kijk hiervoor goed naar de teller en de noemer.



samengestelde breuk

Slide 16 - Tekstslide

Maak een samengestelde breuk van 16/5
A
1 1/5
B
2 1/5
C
3 1/5
D
2 3/5

Slide 17 - Quizvraag

Maak een samengestelde breuk van 39/4
A
6 3/4
B
7 3/4
C
8 3/4
D
9 3/4

Slide 18 - Quizvraag

Breuken op de getallenlijn

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video


A
3/5
B
6/8
C
2/10
D
3/10

Slide 21 - Quizvraag

2 1/3
2 2/7
4 1/7

Slide 22 - Sleepvraag

Breuken vereenvoudigen

Slide 23 - Tekstslide

Breuken vereenvoudigen is de breuk:
A
Groter maken
B
Kleiner maken
C
-
D
+

Slide 24 - Quizvraag

breuken vereenvoudigen

Slide 25 - Tekstslide

breuken vereenvoudigen
6/8 = ...
A
1/4
B
3/4
C
1/2
D
2/2

Slide 26 - Quizvraag

Vereenvoudig deze breuk:
¹⁵/₃₀
A
⁵/₁₀
B
¹/₂
C
²/₄
D
³/₆

Slide 27 - Quizvraag

Vereenvoudig de breuk:
8/12=?
A
4/6
B
8/18
C
2/3
D
2,6/4

Slide 28 - Quizvraag

Ga naar breuken.nl
Oefen wat je lastig vindt. 
 Daag jezelf uit.

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
Hoe?
Zelfstandig
Ik loop rond voor vragen
Blz.
Hoofdstuk 4.1 en 4.2
begint op blz. 117

Opdr.
Opdracht 2 t/m 6, 8, 9, 13, 14
Er moet een berekening bij.

Klaar?
Iets voor jezelf doen op je laptop, waarbij je niemand anders stoort. 


timer
15:00

Slide 30 - Tekstslide

Vooruitblik & Afsluiting
4.3 Breuken optellen en aftrekken
4.4/4.5 Breuken vermenigvuldigen en delen
5.1 Rekenmachine
5.2 Afronden
5.3 Toegepast rekenen

Slide 31 - Tekstslide

Afsluitende vraag
Maak een samengestelde breuk van;

57/8

35/5

Slide 32 - Tekstslide