Overerving: x-chromosomaal; multipele allelen (5.3)

Een zwarte en een bruine cavia (P) krijgen alleen zwarte nakomelingen. Maak hiervan een kruisingsschema. Noteer genotypen van ouders en nakomelingen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Een zwarte en een bruine cavia (P) krijgen alleen zwarte nakomelingen. Maak hiervan een kruisingsschema. Noteer genotypen van ouders en nakomelingen.

Slide 1 - Open vraag

Door het verder kruisen van de (zwarte, heterozygote) F1 dieren ontstaat een F2 generatie.
Maak een nieuw kruisingsschema voor deze generatie.
Wat is de genotype verhouding van de F2?

Slide 2 - Open vraag

Door het verder kruisen van de (heterozygote) F1 dieren ontstaat een F2 generatie.
Je hebt net een kruisingsschema gemaakt.
Hoeveel kans heeft een dier uit F2 op een bruine vacht?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Door het verder kruisen van de (heterozygote) F1 dieren ontstaat een F2 generatie.
Je hebt net een kruisingsschema gemaakt.
Hoeveel kans heeft een dier uit F2 op een bruine vacht?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

In een gezin hebben 2 jongens een aandoening. Hun zusjes zijn gezond (zie afbeelding). Leg uit of de aandoening dominant of recessief overerft

Slide 7 - Open vraag

Dochter A heeft een vriend met dezelfde aandoening. Hun zoon krijgt de aandoening ook. Leg uit of zij homozygoot of heterozygoot is.

Slide 8 - Open vraag

Bereken de kans dat het volgende kind van A een gezonde dochter is.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Aanwijzingen voor x-chromosomaal gen
Bepaal eerst of aandoening dominant of recessief overerft (volgens standaardregels)

-Alleen/vooral jongens hebben aandoening. 
-Als vader gen (en dus eigenschap heeft) moet zoon het ook hebben. 
-Als meisje eigenschap heeft heeft ze dit van moeder en/of vader. Bij moeder moeten broers het ook hebben. Vader zou het zelf moeten hebben. 

Slide 13 - Tekstslide

Hiernaast is een stamboom weergegeven van een familie waarin aangegeven staat wie de bittere stof PTC kunnen proeven. Dit is erfelijk bepaald.
Leg uit of deze eigenschap mogelijk op een gen op het X-chromosoom ligt.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

We kruisen een plant met witte bloemen (BwBw) met een plant met rode bloemen (BrBr).
1. Bepaal de genotypeverdeling in de F1 en vervolgens in de F2.
2. Geef de fenotypeverdeling in de F2.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Een man met bloedgroep A en een vrouw met bloedgroep AB krijgen een kind met bloedgroep B.
Wat zegt dit over het genotype van de man? Gebruik eventueel een stamboom/kruistabel

Slide 19 - Open vraag