Blok 4 - les 1 - spreekdoel, publiek, taal, stem

Blok 4 - SKL
Spreekdoel, publiek, taal en stem
Open LessonUp.app op je Ipad
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Blok 4 - SKL
Spreekdoel, publiek, taal en stem
Open LessonUp.app op je Ipad

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de goede omschrijving achter de begrippen.
Spreekdoel
Publiek
Taal
Stem
Dit kan bestaan uit bijvoorbeeld kleine kinderen of volwassenen.
Dit kan bijvoorbeeld informeren, amuseren of overhalen zijn.
Dit kan bijvoorbeeld informeel zijn.
Dit kan bijvoorbeeld normaal en rustig of hoog en vrolijk zijn.

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen 
  • Je weet dat taal- en stemgebruik zijn afgestemd op het doel en het publiek. 





 
  • Je kunt het spreekdoel en het publiek van een programma bepalen.

  • Je kunt het stemgebruik van een spreker beoordelen.



Weten 
4

Slide 3 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Spreekdoel, publiek, taal en stem
blz. 202
4

Slide 4 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wat is het spreekdoel van onderwerp 1?
A
informeren
B
amuseren
C
uitleg geven
D
overhalen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het publiek bij onderwerp 1?
A
jongeren
B
kinderen
C
volwassenen
D
schrijvers van sprookjes

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welk onderwerp past formeel taalgebruik?
A
Op televisie is een programma dat heet: ‘Vertel nog eens een sprookje!’ Daarin wordt elke avond een ander sprookje voorgelezen door een bekende Nederlander.
B
Een journaliste doet live verslag voor het NOS journaal. Het gaat over een gek ongeluk met goede afloop.
C
Voordat de film begint, zie je een spotje over het illegaal downloaden van films en muziek. De muziek op de achtergrond is hard en de beelden wisselen elkaar heel snel af.
D
gericht op sprookjesschrijvers

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 50 - blz. 203
  1. Welk spreekdoel past bij fragment 1?
  2. Voor welk publiek is fragment 1 gemaakt?
Link naar Blok 4: reclame Vaseline
1
4

Slide 8 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Welk spreekdoel past bij fragment 1?
A
informeren
B
amuseren
C
overhalen
D
uitleg geven

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor welk publiek is fragment 1 gemaakt?
A
kinderen
B
vrouwen
C
mannen
D
jongeren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 50 - blz. 203
3. Bekijk nu fragment 2. Voor welk publiek is fragment 2 gemaakt?

Slide 11 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Voor welk publiek is fragment 2 gemaakt?
A
kinderen
B
vrouwen
C
mannen
D
jongeren

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 50 - blz. 203
4. Fragment 3 - taalgebruik

Link naar Blok 4: reclame Barbie
3

Slide 13 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Is de taal in dit fragment formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. In welk fragment is het stemgebruik normaal en serieus?
A
Fragment 1 (Vaseline)
B
Fragment 2 (Hi!)
C
Fragment 3 (Barbie)

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. In welke twee fragmenten is het stemgebruik hard, snel, vrolijk en enthousiast?
A
Fragment 1 (Vaseline) + 2 (Hi!)
B
Fragment 2 (Hi!) en 3 (Barbie)
C
Fragment 3 (Barbie) en 1 (Vaseline)

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 51 - blz. 203
Kijk en luister naar fragment 3. Luister heel precies naar de informatie die je nodig hebt om de vragen te beantwoorden.

  1. Waarover werd vroeger in de gang van school geroddeld, volgens de verslaggever?
  2. Hoeveel huisregels heeft het Hendrik Pierson College?
  3. Leg in je eigen woorden uit wat wordt bedoeld met ‘social media’.
  4. Welk voorbeeld daarvan gebruikt de presentator?

Slide 17 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Waarover werd vroeger in de gang van school geroddeld, volgens de verslaggever?
A
Ongewenst gedrag
B
Thuissituatie
C
Vriendjes
D
De kleding van de docenten.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat wordt bedoeld met ‘social media’.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voorbeeld van sociale media gebruikt de presentator?
A
Snapchat
B
Instagram
C
Facebook
D
Twitter

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan wat je van de les vond?
Heb je de leerdoelen gehaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies