Plein 16 thema 2
1 / 23
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Kijk naar de afbeelding.
Welke zin is goed?
Welke zin is goed?
A
Ze heeft blond haar.
B
Ze heeft krullen.
C
Ze heeft sproeten.
Slide 2 - Quizvraag
Maak de zin af.
De man heeft ........................
De man heeft ........................
Slide 3 - Open vraag
Kijk naar de afbeelding.
Welke zin is goed?
Welke zin is goed?
A
Ze heeft blond haar.
B
Ze heeft krullen.
C
Ze heeft sproeten.
Slide 4 - Quizvraag
Maak de zin af.
De man heeft ........................
De man heeft ........................
Slide 5 - Open vraag
gezicht
Slide 6 - Woordweb
Kijk naar de afbeelding.
Welke zin is goed?
Welke zin is goed?
A
Johan heeft sproeten.
B
Johan is kaal.
C
Johan heeft bruine ogen.
Slide 7 - Quizvraag
Kijk naar de afbeelding.
Welke zin is goed?
Welke zin is goed?
A
De jas ligt op de kapstok.
B
De jas hangt aan de kapstok.
C
De jas zit in de kapstok.
Slide 8 - Quizvraag
Kijk naar de afbeelding.
Welke zin is goed?
Welke zin is goed?
A
De bij zit in de bloem.
B
De bij hangt aan de bloem.
C
De bij zit op de bloem.
Slide 9 - Quizvraag
Kijk naar de afbeelding.
Maak een zin.
Maak een zin.
Slide 10 - Open vraag
Wat zeg je?
Wil je iets drinken?
Wil je iets drinken?
A
Een glas melk graag.
B
Dank je wel.
C
Graag gedaan.
Slide 11 - Quizvraag
Wat zie je op de foto?
A
schilderen
B
het behang
C
de keuken
Slide 12 - Quizvraag
Wat doet de vrouw?
A
Ze schildert de muur.
B
Ze schilder de muur.
Slide 13 - Quizvraag
badkamer
Slide 14 - Woordweb
Schrijf een compliment voor je buurman of buurvrouw.
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
kort
korter
kortst
lang
langst
langer
Slide 17 - Sleepvraag
kort
korter
kortst
mooist
mooier
mooi
Slide 18 - Sleepvraag
Wat zie je op de foto?
A
Het meisje is prima.
B
Het meisje is jaloers.
C
Het meisje is zonde.
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Wie is netjes gekleed?
A
De man is netjes gekleed.
B
De vrouwen zijn netjes gekleed.
C
Slide 22 - Quizvraag
Wat heb je geleerd?
