Economie TL4 H6 P6.1 Wat doet de overheid?

H6 P6.1 Wat doet de overheid?
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6 P6.1 Wat doet de overheid?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan je de drie delen van de overheid benoemen
  • Aan het einde van de les kan je voorbeelden geven van de collectieve sector
  • Aan het einde van de les kan je voorbeelden geven van de particuliere sector

Slide 2 - Tekstslide

OVERHEID

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

De drie delen van de overheid
De overheid bestaat uit:
  1. de lagere overheden: de gemeente en de provincie
  2. de landelijke overheid: de rijksoverheid
  3. de supranationale overheid: de Europese Unie.




Slide 5 - Tekstslide

Gemeente
-De gemeente regels alles in je woonplaats.
-Kun je een paspoort, rijbewijs, ID-kaart halen.
-De gemeente wordt bestuurd door een burgemeesters en wethouders.

Slide 6 - Tekstslide

Provincie
Regelt zaken als het openbaar vervoer in de provincie en de drinkwatervoorziening. En alle zaken die in de provincie geregeld dienen te worden, zoals ruimtelijke ordening en infrastructuur.

Slide 7 - Tekstslide

Het rijk

Het rijk zorgt onder andere voor het leger, voor onderwijs voor uitkeringen en voor wetten (regels).

Slide 8 - Tekstslide

Gemeente
Provincie
Rijksoverheid
Natuurgebieden
Rijbewijs
Infrastructuur
Onderwijs
Politie
Ophalen huisvuil

Slide 9 - Sleepvraag

taken dan de overheid
De 3 functies van de overheid zijn:






Leverancier
leverancier van collectieve goederen= Goederen die de overheid levert en die niet bedoeld zijn voor één persoon, maar in het belang van het algemeen.

Regulator
De overheid moet dingen organiseren, anders wordt het een chaos. daarom zijn er wetten en regels van de overheid.

Werkgever
Iemand in dienst van de overheid is een ambtenaar.

Slide 10 - Tekstslide

Ambtenaren
Zijn mensen die voor de overheid werken. 

Voorbeelden hiervan zijn: docenten, politieagenten, brandweermensen etc..

Slide 11 - Tekstslide

Adviesorganen van de overheid
Het centraal planbureau [CPB]
Een instelling die de gevolgen van het overheidsbeleid bestudeert en voorspellingen doet over de Nederlandse economie.

centraal bureau voor statistiek [CBS]
Instelling die cijfers verzamelt, bewerkt en publiceert voor de overheid, burgers en bedrijven. Het CBS berekent bijvoorbeeld de gemiddelde gezinsconsumptie, het autogebruik in Nederland en andere (index)cijfers.

De sociaal-economische raad [SER]
Adviesorgaan van de regering voor sociaal-economisch beleid.

Slide 12 - Tekstslide

uitgaven van de overheid
In Nederland wordt democratisch besloten waaraan de overheid geld uitgeeft. Op Prinsjesdag, de 3e dinsdag van september, legt de regering de rijksbegroting voor aan de Eerste en Tweede kamer.

Slide 13 - Tekstslide

uitgaven van de overheid
Overheidsbestedingen = Uitgaven waar de overheid iets voor terug krijgt, zoals de aanleg van een snelweg of het werk van een politieagent.

Overdrachtsuitgaven= De overheid geeft geld uit, zonder dat er een tegenprestatie tegenover staat.


Slide 14 - Tekstslide

uitgaven van de overheid
miljoenennota =   De uitleg van de rijksbegroting door de minister van financiën.
 
rijksbegroting = Overzicht van de inkomsten en de uitgaven voor volgend jaar, gemaakt door de ministers.

Slide 15 - Tekstslide

De overheid is een regulator. Wat betekent dit?

Slide 16 - Open vraag

regulator
De overheid stelt regels op.
 

Regulering = De overheid stelt regels op voor bedrijven.
Deregulering = Als er wetten en regels worden afgeschaft.

Slide 17 - Tekstslide

Soorten bedrijven
1. collectieve sector
2. particuliere sector
3. gesubsidieerde sector
4. staatsbedrijven

Slide 18 - Tekstslide

Collectieve sector
De overheid zorgt voor collectieve voorzieningen
zoals onderwijs, riolering en de brandweer.
De overheidsbedrijven die deze voorzieningen
verzorgen noemen we de collectieve sector.

Omdat overheidsbedrijven geen winst hoeven te
maken, kunnen de kosten laag blijven. [non-profit]

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Particuliere sector
De particuliere sector bestaat uit alle bedrijven
die niet van de overheid zijn. Ze streven naar winst.

Bijvoorbeeld:
Winkels
Hotels
Computerfabrieken

Slide 21 - Tekstslide

Gesubsidieerde sector
Instellingen die subsidie van de overheid ontvangen.

zoals: onderwijs, gezondheidszorg en welzijnswerk.
 

Slide 22 - Tekstslide

staatsbedrijven
Overheidsbedrijf dat naar winst streeft.

Slide 23 - Tekstslide

nationalisering en privatisering
nationalisering = Een particulier bedrijf wordt overgenomen door de overheid.
 
privatisering = Een overheidsbedrijf of taken van de overheid onderbrengen in de particuliere sector.

Slide 24 - Tekstslide

De overheid van Nederland bestaat uit...
A
Het Rijk
B
Provinciale overheid
C
Gemeentelijke overheid
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quizvraag

Welke laag van de overheid zorgt ervoor dat afval wordt opgehaald
A
Gemeente
B
Provincie
C
Landelijke overheid
D
Wijkraad

Slide 26 - Quizvraag

Ambtenaren zijn....
A
de overheid
B
personen die werken voor de overheid
C
de personen waarvoor de overheid werkt
D
kun je dat eten?

Slide 27 - Quizvraag

Wie werkt voor de overheid?
A
wethouder
B
advocaat
C
verkoper
D
loodgieter

Slide 28 - Quizvraag

Docenten zijn ambtenaren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Voor wie zijn de collectieve goederen bestemd?
A
alle burgers
B
ambtenaren
C
rijksoverheid
D
Rijk, Provincie, Gemeente

Slide 30 - Quizvraag

Wat zijn de vier overheden?
A
Rijk, provincie, gemeente, waterschap
B
Rijk, gemeente, waterschap, burgermeester
C
waterschap, gemeente, fusie, collectief
D
Provincie, Rijk, Belastingdienst, gemeente

Slide 31 - Quizvraag

Welke van de onderstaande begrippen is geen overheidslaag?`
A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Ambtenaren
D
Gemeente

Slide 32 - Quizvraag

het centraal planbureau [cpb]
is een instelling die de gevolgen van het overheidsbeleid bestudeerd en voorspelling doet over de Nederlandse economie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

overheidsbestedingen zijn
A
uitgaven waar de overheid iets voor terug krijgt.
B
uitgaven zonder dat er een tegenprestatie tegenover staat.

Slide 34 - Quizvraag

Wat betekent nationalisering?

Slide 35 - Open vraag

Bedrijven die naar winst streven zitten in de ..........
A
Particuliere sector
B
collectieve sector.
C
gesubsidieerde sector.
D
Staatsbedrijven.

Slide 36 - Quizvraag

oefeningen
p165 - 167 

oefeningen 5 mag je overslaan.

Slide 37 - Tekstslide