Vergroten

Schaal en rekenen met gelijkvormigheid
3 cm
2 cm
45 cm
Maak een schets in je schrift van deze foto's, schrijf de maten erbij. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schaal en rekenen met gelijkvormigheid
3 cm
2 cm
45 cm
Maak een schets in je schrift van deze foto's, schrijf de maten erbij. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de factor van de vergroting op de vorige pagina?
A
3
B
15
C
45
D
10

Slide 2 - Quizvraag

Wat wordt de nieuwe breedte van de foto?
A
45
B
150
C
20
D
30

Slide 3 - Quizvraag

SCHAAL
De factor bij de vergroting was 15. Beide zijden werden met factor 15 vergroot. Je kan ook zeggen de schaal is 

1 : 15

Spreek uit: De schaal is 1 staat tot 15

Slide 4 - Tekstslide

Deze poppetjes zijn ongeveer 1 cm hoog. In het echt is een mens gemiddeld 165 cm. De schaal van deze poppetjes is dus 1 : 165. 

Slide 5 - Tekstslide

Dit poppetje is 2 cm. In het echt is deze vrouw 1.60 m. Om de schaal te berekenen kan je een pijlenketting gebruiken.  
De schaal is 1 : 80

Slide 6 - Tekstslide

Hoogte trein: 0,5 cm
1 : 115
1 : 500

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Teken een rechthoek met zijden 4 cm en 8 cm. Wat is de oppervlakte?
A
12
B
24
C
32
D
40

Slide 10 - Quizvraag

Vergroot de rechthoek uit de vorige vraag met factor 3. Hoe groot worden de zijden?
A
12 en 24
B
8 en 16
C
20 en 40

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de oppervlakte van het rechthoek dat met factor 3 is vergroot?

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel groter is de oppervlakte geworden in vergelijking met de kleine rechthoek?

Slide 13 - Open vraag