2KGT Chapter 4 B

Chapter 4, B; Adverbs of Frequency

Aan het einde van de les:
  • Heb je meer adverbs of frequency geleerd
  • Weet je op welke plek je de adverbs of frequency moet zetten in een zin


Huiswerk 6 april:
  • Maken blz. 14-17 paragraaf B
  • Leren blz. 48 Theme words Shopping + Adverbs of Frequency


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Chapter 4, B; Adverbs of Frequency

Aan het einde van de les:
  • Heb je meer adverbs of frequency geleerd
  • Weet je op welke plek je de adverbs of frequency moet zetten in een zin


Huiswerk 6 april:
  • Maken blz. 14-17 paragraaf B
  • Leren blz. 48 Theme words Shopping + Adverbs of Frequency


Slide 1 - Tekstslide

aisle
shopping cart
checkout; cash register
counter
shopping basket
dairy section

Slide 2 - Sleepvraag


A
to pay cash
B
check-out
C
to queue
D
to spend

Slide 3 - Quizvraag


A
to pay by card
B
to pay cash
C
to spend (money)
D
to queue

Slide 4 - Quizvraag


A
coin
B
change
C
cash
D
(bank) note

Slide 5 - Quizvraag


A
to deliver
B
to order
C
cashier
D
check-out

Slide 6 - Quizvraag

Kassamedewerker

Slide 7 - Open vraag

prijskaartje

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

bijna nooit
dagelijks
altijd
soms
vaak
regelmatig
always
daily
hardly ever
often
regularly
sometimes

Slide 10 - Sleepvraag

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

Slide 11 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

Slide 12 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

- Staat er 1 werkwoord in de zin? bijwoord staat ervoor

Slide 13 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

- Staat er 1 werkwoord in de zin? bijwoord staat ervoor
- Staan er 2 of meer werkwoorden? bijwoord staat ertussen

Slide 14 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

- Staat er 1 werkwoord in de zin? bijwoord staat ervoor
- Staan er 2 of meer werkwoorden? bijwoord staat ertussen
- Is het w.w. een vorm van 'to be'? bijwoord staat erachter

Slide 15 - Tekstslide

Bijwoorden van frequentie
  Bijwoorden van frequentie geven aan HOE VAAK iets gebeurt

                 Plaats van het bijwoord van frequentie:

- Staat er 1 werkwoord in de zin? bijwoord staat ervoor
- Staan er 2 of meer werkwoorden? bijwoord staat ertussen
- Is het w.w. een vorm van 'to be'? bijwoord staat erachter
                     (am, are, is, was, were)

Slide 16 - Tekstslide

Dus....
1 werkwoord:                         We always took the bus to school. 
(adverb ervoor) 

2 werkwoorden:                   I have never been to the USA.
(adverb er tussen)

am/are/is:                                 He is often late! 
(adverb er achter)

Slide 17 - Tekstslide

Adverbs:
We always wear pink on Wednesdays.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 18 - Quizvraag

Adverbs:
He walks his dog rarely.
A
right
B
wrong

Slide 19 - Quizvraag

Adverbs:
We go never swimming.
A
right
B
wrong

Slide 20 - Quizvraag

Adverbs
He is happy always.
A
correct
B
incorrect

Slide 21 - Quizvraag

adverbs
We are usually on time for class.
A
correct
B
incorrect

Slide 22 - Quizvraag

Adverbs:
Welke zin is correct?

A
My father goes always fishing.
B
My father always goes fishing.
C
My father goes fishing always.
D
Always my father goes fishing.

Slide 23 - Quizvraag

Get to work!
  1. Pak je werkboek op blz. 48
  2. Lees de Theme Words Shopping en Adverbs of Frequency door
  3. Ga aan de slag met je huiswerk van 6 april

Slide 24 - Tekstslide