Leven met het geloof

Leven met het geloof
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leven met het geloof

Slide 1 - Tekstslide


In het tijdvak van Monniken & Ridders....
A
... woonden de monniken en nonnen tussen de gewone mensen om zich aan hun christelijke geloof te wijden.
B
... woonden veel gewone mensen in kloosters om zich te bekeren en geestelijke te worden.
C
... geloofden de Germaanse heidenen eerst in meerdere goden en bekeerden missionarissen hen later tot de christelijke godsdienst.
D
... werd het christendom via het vasteland van Europa naar Engeland gebracht door rondreizende missionarissen.

Slide 2 - Quizvraag

Tijdvak van de monniken en ridders duurde van...
A
500 v C - 400 n C
B
50 n C - 300 n C
C
500 n C - 1000 n C
D
500 n C - 1500 n C

Slide 3 - Quizvraag

De Middeleeuwen bestaat uit de tijdvakken monniken en ridders & regenten & vorsten
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Waarom werd het onveilig na de val (het einde) van het Romeinse Rijk?

Slide 5 - Open vraag

Wie in deze afbeelding is Karel de Grote? Leg uit hoe je dat ziet.

Slide 6 - Open vraag


Karel de Grote stuurde ridders om de Paus te helpen.
Waarom hielp Karel de Grote de Paus?

Slide 7 - Open vraag

Een ander woord voor leenstelsel is:

Slide 8 - Open vraag

Wat was het Feodalisme systeem?

Slide 9 - Open vraag

Waarom kwam er in het Frankische rijk steeds meer verdeeldheid?
A
De leenmannen gingen hun leen zien als bezit
B
De leenmannen kregen ruzie met Karel de Grote
C
De leenmannen bekeerde zich tot het christendom
D
De leenmannen gingen samenwerken tegen de leenheer.

Slide 10 - Quizvraag

Welke godsdienst hebben de meeste mensen in het Frankische rijk?
A
Christendom
B
Jodendom
C
Boeddhisme
D
Islam

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het Frankische Rijk?
A
Het Rijk van de Saksen
B
Het Rijk van Karel de Grote
C
Het Rijk van de Germanen
D
Het Rijk van de Romeinen

Slide 12 - Quizvraag

Welk land van nu zou afstammen van het Frankische rijk?
A
Frankrijk
B
België
C
Duitsland
D
Nederland

Slide 13 - Quizvraag

Op het hofstelsel leefden horigen.

Wat was een voordeel voor de horige om op het hofstelsel te leven?

Slide 14 - Open vraag

De bron past bij het hofstelsel. Leg dat uit.

Doe het zo:
Een kenmerk van het hofstelsel is … [noem een kenmerk].
Dat zie je op de bron, want … [leg uit].

Slide 15 - Open vraag

Op het hofstelsel leefden horigen.

Wat was een nadeel voor de horige om op het hofstelsel te leven?

Slide 16 - Open vraag

De islam is een van de drie belangrijkste wereldgodsdiensten.
Wie was de belangrijkste profeet van de islam?
A
Jezus
B
Mohammed
C
Christus
D
Kalief

Slide 17 - Quizvraag

De islam is
A
Monotheïstisch
B
Polytheïstisch

Slide 18 - Quizvraag

De volgelingen van de islam zijn
A
boedhist
B
christen
C
jihad
D
moslim

Slide 19 - Quizvraag


Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot

Slide 20 - Quizvraag

Welke kunstvorm is Rembrandt bekend om?
A
Schilderkunst
B
Grafiek
C
Fotografie
D
Beeldhouwkunst

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een typisch Nederlands gerecht?
A
Pizza
B
Sushi
C
Taco's
D
Haring

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een belangrijk kenmerk van cultuur?
A
Technologie en wetenschap
B
Tradities en gewoonten
C
Kunst en muziek
D
Milieuvervuiling

Slide 23 - Quizvraag

Welke taal wordt het meest gesproken in Nederland?
A
Frans
B
Duits
C
Spaans
D
Nederlands

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een culturele festiviteit?
A
Sinterklaas
B
Koningsdag
C
Onafhankelijkheidsdag
D
Kerstmis

Slide 25 - Quizvraag

Feit, mening, of argument?
Chocolade is lekker.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 26 - Quizvraag

Feit, mening of argument?

Omdat ik morgen naar de tandarts moet.
A
Feit
B
Mening
C
argument

Slide 27 - Quizvraag