Frisdrank en saptechnologie - les 3

Les 3 - Productie van vruchtensap
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Frisdrank en sapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 3 - Productie van vruchtensap

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
Deel 1: Gezamenlijk
  • Doornemen weekplanning
  • Quiz 
  • Huiswerk bespreken
  • Start bereiding van appelsap

Deel 2: Zelfstandig. Niet af? Huiswerk.
  • Vervolg bereiding van appelsap

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Week 1:  Grond- en hulpstoffen en hun functie
Week 2: Grond- en hulpstoffen + start bereiding appelsap
Week 3: Bereiding appelsap + bereiding sapconcentraat
Week 4: Bereiding appelsap + Productie frisdrank
Week 5: Productie frisdrank
Week 6:Kwaliteitsaspecten van het eindproduct
25-02: Vakantie
Week 7: Herhaling/vragenuurtje
Week van 08-03: Toets

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Jij:
  •  Kunt de bereiding van appelsap weergeven in een stroomschema 
  • Kunt elke processtap in de appelsapbereiding toelichten
  • Kunt het concentreren van vruchtensap tot concentraat beschrijven;
  • Kunt aangeven welke veranderingen er kunnen optreden tijdens de sapwinning


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizzzz

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn synthetische stoffen?
A
Deze stoffen hebben dezelfde samenstelling als in de natuur
B
Deze stoffen komen uit de natuur
C
Deze stoffen zijn chemisch gemaakt

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom mag suiker niet op een vochtige plek bewaard worden?
A
Dan wordt de zoete smaak minder
B
Dan kan suiker gaan klonteren
C
Dan lost de suiker op
D
Omdat het dan bederft

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort water wordt ter plekke geproduceerd?
A
Bronwater
B
Mineraalwater
C
Kraanwater

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn zoetstoffen
A
Deze vervangen suikers en hebben vaak een hoge voedingswaarde
B
Deze helpen de suikers en hebben vaak geen of een lage voedingswaarde
C
Deze helpen de suikers en hebben vaak een hoge voedingswaarde
D
Deze vervangen suikers en hebben vaak een lage of geen voedingswaarde

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de zoetkracht van kristalsuiker (sacharose)?
A
50
B
1
C
100
D
10

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de grondstoffen van frisdranken en vruchtensappen?
A
Water, suiker/zoetstof, vruchten en overige
B
Water, suiker/zoetstof, vruchten en koolzuur
C
Water, suiker, vruchten, koolzuur en smaakstoffen
D
Water, suiker, vruchten en overige

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je op letten bij suiker voor frisdranken en sappen?
A
Dat de kristallen niet te groot zijn
B
Dat de kristallen groot zijn

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke suiker wordt tegenwoordig gebruikt?
A
Rietsuiker
B
Bietsuiker
C
Honing
D
Kandijsuiker

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke behandeling van water vindt als eerste plaats bij leidingwater of bronwater?
A
Actief-koolfilter
B
Filtratie
C
UV-licht
D
Ionenwisselaar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een actief-koolfilter?
A
Verwijderd vuil
B
Maakt het water minder hard
C
Dood micro-organismen
D
Verwijderd geur- en smaakstoffen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk vorige les
Kijk in je keukenkast, heb je zoetstoffen en/of verschillende suikers thuis? 
  • Proef de verschillen

  • Maak een stroomschema over
de bereiding van appelsap

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sapbereiding
  1. Lezen
  2. Wassen
  3. Verkleinen
  4. Persen
  5. Centrifugeren
  6. Klaren
  7. Filtreren
  8. Pasteuriseren
  9. Afvullen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Lezen
  • Aangevoerd fruit in dunne lage uitgespreidt
  • Verontreinigingen, bedorven, aangetast, beschimmeld fruit verwijderen
  • Sensoren en perslucht

Slide 19 - Tekstslide

  • Aangevoerd fruit in dunne lage uitgespreidt
  • Verontreinigingen, bedorven, aangetast, beschimmeld fruit verwijderen
  • Sensoren en perslucht
  1. Sensoren herkennen donkere kleuren (afwijkingen)
  2. Met behulp van perslucht worden deze appels verwijderd
Waarom is het belangrijk dat deze stap goed wordt uitgevoerd?

Slide 20 - Open vraag

Anders kans op toxines in het eindproduct
Kans op smaakafwijkingen
2. Wassen
Verwijderen van zand, takjes etc.
  • Onwenselijk in eindproduct
  • Beschadiging apparatuur
Wassen in 2 stappen:
  1. Wasmachine
  2. Geperforeerde band
Let op bij zacht fruit!

Slide 21 - Tekstslide

  1. Zand, steentjes en takjes niet in je eindproduct hebben en ook in het proces kan het tot problemen leiden. (Steentjes kunnen apparatuur beschadigen)
  2. Takjes geven smaakstoffen af, bijvoorbeeld looistoffen (bittere smaak). 
Wassen:
  • Speciale wasmachines. 
  • Veel blaadjes, eventueel eerst wegblazen. 
  • Zand: bezinking in water (zand zinkt naar de bodem en de appels blijven drijven)
Na wassen:
  • geperforeerde transportband 
  • Watersproeiers verwijderen met grote kracht laatste resten vuil
Zacht fruit:
  • voorzichtig zijn met een intensieve behandeling
  • anders te veel sap en smaakstoffen verloren gaan.
Waarom is het belangrijk dat je het fruit eerst verkleint voordat je het perst?

Slide 22 - Open vraag

  • Dat is nodig om de plantencellen zo veel mogelijk stuk te maken, waardoor de celinhoud de kans krijgt zich af te scheiden. 
  • De sapopbrengst is afhankelijk van het aantal stukgemaakte cellen. 


Mechanisch verkleinen
  • Kneuzen, malen, vibreren
  • Verwarming
  • Grofheid beïnvloeden


Enzymatisch verkleinen
  • Enzymen breken celwanden af
  • Hoger saprendement
3. Verkleinen van de appels

Slide 23 - Tekstslide

Mechanisch verkleinen:
  • kneuzen, malen en vibreren of door verwarming. 
  • Appels worden in een rasp- of hamermolen tot pulp gemalen. 
  • De fijnheid van verkleinen beïnvloeden door 
  1. Rasp: de afstelling van de messen
  2. Hamermolen door het instellen van het toerental.
Enzymatisch verkleinen:
  • De enzymen breken pectine en cellulose in de celwanden af 
  • meer vloeistof uit de cellen kan treden
  • Bij het persen van bessen tot sap is een enzymatische voorbehandeling noodzakelijk om voldoende saprendement te krijgen. De celwanden van bessen zijn zo sterk dat je er zonder de enzymatische voorbehandeling bijna geen sap uit kunt persen. Bij het persen van appels is dat minder noodzakelijk.
  • Het rendement kan daardoor stijgen van circa 75% tot 85%. Een rendement van 75% wil zeggen dat je uit 100 kg appels 75 kg sap haalt.
Wat is het voordeel van grover verkleinen?

Slide 24 - Open vraag

Het voordeel van fijn verkleinen is dat je meer sapopbrengst krijgt. 

Het voordeel van grover verkleinen is daarentegen:

– dat je een betere perskoek krijgt;
– dat het sap helderder is;
– dat er minder restvloeistof in de perskoek zit;
– dat er minder bittere bestanddelen uit de schil, het klokhuis en de pitten in het sap terechtkomen.

Perskoek = overgebleven fruit, zonder sap
Deel 2: Zelfstandig
  • Lees P. 24 t/m 29 van het boekje in de ELO
  • Neem alle dia`s door en maak de opdrachten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Persen
  • Persdruk langzaam opbouwen
  • Rendement afhankelijk van grofheid en viscositeit fruit
  • Pershulpmiddelen
  • Tijdsduur persen

Slide 26 - Tekstslide

Persdruk langzaam opbouwen. 
  • Eerst pers je onder lage druk --> win je 20 tot 30% van al het sap. 
  • Daarna verhoog je de druk langzaam. 
  • Je mag de persdruk niet te snel verhogen, omdat anders de afvoerkanaaltjes in de pulp verstopt raken. 
  • Hierdoor zou er veel sap achterblijven in de perskoek. 
Samenhang is nodig om te persen. 
  • niet uit te grove stukken bestaan (dan krijg je een laag saprendement) 
  • niet uit te kleine stukjes (dan heb je geen samenhang). 
  • Ook mag de perskoek niet te dik zijn, omdat het sap anders een te grote afstand moet afleggen voordat het uit de perskoek geperst is. 
  1. De perstijd is dan te kort 
  2. of te weinig sap uitgeperst. 
Om het persen te verbeteren, kun je pershulpmiddelen toevoegen aan het te persen materiaal.
  • cellulosevezels, 
  • bepaalde papiersoorten, 
  • rijstkaf
  • perliet. 
Doel:
  • goede samenhang. 
  •  verder verkleinen voor een hoge sapopbrengst en toch een goede perskoek behouden.
Tijdsduur persen: 
  • Kort: Anders kans op oxidatie --> smaakafwijkingen

5. Centrifugeren 
5. Centrifugeren
  • Doel: Ontdoen van vruchtvlees en schil
  • Centrifuge (door het snel rondslingeren worden de  zwaardere deeltjes (schil en het vruchtvlees) naar buiten geslingerd)
  • Het heldere deel van het sap wordt verder verwerkt.

Slide 27 - Tekstslide

Centrifugeren:
  • Ontdoen van vruchtvlees en schil
  • Centrifugeren (zwaardere deeltjes naar buiten geslingerd)
  • Heldere deel verder verwerkt.
Klaren:
  • helder maken van een vloeistof. 
  • Pectine veroorzaakt troebeling (aanwezig in celwanden fruit)
  • Enzymen verkleinen hoeveelheid pectine verkleinen --> troebeling verdwijnt. 
  • Soms toevoeging klaringsmiddelen --> binden aan troebelingen -->   beide stoffen verwijderen
Klaringsmiddelen:
  • gelatine: bindt aan de looistoffen (polyfenolen)
  • Bentoniet en tannine: verwijderen een teveel aan eiwitten in het sap. 
Filtreren:
  • Extra methode om overige verontreinigingen te verwijderen


6. Klaren en 7. Filtreren
6. Klaren
  • Helder maken van een vloeistof
  • Pectine veroorzaakt troebeling -->  enzymen toevoegen om pectine te verkleinen en troebeling te voorkomen.
  • Klaringsmiddelen --> binden zich aan de troebelingen 

7. Filtreren
  • Verwijderen de klaringsmiddelen en de daaraan gebonden troebelingen

Slide 28 - Tekstslide

Klaren:
helder maken van een vloeistof.
Pectine veroorzaakt troebeling (aanwezig in celwanden fruit)
Enzymen verkleinen hoeveelheid pectine verkleinen --> troebeling verdwijnt.
Soms toevoeging klaringsmiddelen --> binden aan troebelingen --> beide stoffen verwijderen
Klaringsmiddelen:
gelatine: bindt aan de looistoffen (polyfenolen)
Bentoniet en tannine: verwijderen een teveel aan eiwitten in het sap.
Filtreren:
Extra methode om overige verontreinigingen te verwijderen
Wat is het verschil tussen de productie van helder en troebel vruchtensap?

Slide 29 - Open vraag

  • klaren en filtreren de vruchtensappen niet. 
  • Zij centrifugeren alleen om bezinksel in de fles te voorkomen.
Een bijkomend voordeel van centrifugeren is 
  • dat een deel van de micro-organismen met de vaste deeltjes wordt verwijderd. 

8. Pasteuriseren en 9. Afvullen
Pasteuriseren

  1. Stromende pasteurisatie
 en vervolgens afvullen
  • sap wordt snel verhit (dunne laag)
  • Hoe dunner de laag, des te sneller
 het sap op de gewenste temperatuur is. 

2. Pasteurisatie in de fles

Slide 30 - Tekstslide

Bij stromende verhitting 
  •  platenpasteur of buizenpasteur (hebben we op school). 
  • sap wordt snel verhit (dunne laag)
  • Hoe dunner de laag, des te sneller het sap op de gewenste temperatuur is. 
  • In een platenpasteur zijn er dunnere laagjes vloeistof waardoor je de warmte sneller kunt overbrengen. 
  • De buizenpasteur heeft als voordeel dat je hem beter kunt reinigen, omdat er minder rechte hoeken in zitten. Er wordt ongeveer 1 seconde bij 95 C verhit.

Wat is het nadeel van stromende pasteurisatie?

Slide 31 - Open vraag

  • Na het verhitten: geen besmetting optreden
  • Bij het afvullen kan gemakkelijk besmetting optreden. 
  • Extra voorzieningen worden getroffen:
  1. stoom blazen op de plaats waar het sap de vulmachine verlaat en overgaat in de verpakking.
8. Pasteuriseren en 9. Afvullen
Pasteurisatie in fles
  • Tunnelpasteur met verschillende fasen: 1. Opwarmen. 2.
    Pasteurisatie 3. Afkoelen
  • Flessen langzaam door een tunnel gevoerd naar verschillende delen van de pasteur.
  • Te snel afkoelen --> Flessen breken door temperatuur verschil.
  • Te langzaam afkoelen --> kwaliteit van de sap neemt af.
               

Slide 32 - Tekstslide

  • Tunnelpasteur. 
  • Flessen langzaam door een tunnel gevoerd naar verschillende delen van de pasteur
  1. Opwarmen. 
  2. Pastereuisatie
  3. Afkoelen
  • niet te snel koelen: flessen breken door grote temperatuurverschillen 
  • Te langzaam: de kwaliteit van het sap neemt af
  • Door de hitte worden niet alleen micro-organismen afgedood, maar gaat ook de smaak achteruit. 
  • De temperatuur- tijd-combinatie bepaalt hoeveel micro-organismen worden gedood bij verhitting.

Wat is belangrijk bij de verpakking van het sap?

Slide 33 - Open vraag

Bij verpakking in een fles moet het uiterlijk van het sap goed zijn.
  • vezels naar het oppervlak gaan drijven. 
  • consument homogeen product, geen bezinklaag 
  • gedeeltelijk voorkomen: voor afvullen, centrifugeren  
  • kartonnen pak geen probleem: Schudden voor gebruik --> bezinklaag niet zichtbaar 

Opdracht
Heldere appelsap vs troebele appelsap

Vergelijk het etiket (zoek op internet op):
  • Zitten er nog verschillen in de voedingswaarde? 
  • Wat is hiervan het effect?



Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies