week 3 deventer

wat zijn de 6 functies van het skelet?
1 / 21
volgende
Slide 1: Open vraag
anatomie, fysiologie en pathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

wat zijn de 6 functies van het skelet?

Slide 1 - Open vraag

Wat voor soort gewricht is met A aangegeven?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 2 - Quizvraag

Onder welk type bot vallen de scapula?
A
Platte beenderen
B
Korte beenderen
C
Onregelmatige beenderen
D
Pijpbeenderen

Slide 3 - Quizvraag

als je op je rug ligt, waar lig je dan NIET op?
A
lumbale wervels
B
os occipitalis
C
scapula
D
sternum

Slide 4 - Quizvraag


Wat voor soort gewricht je op het plaatje??
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
draaigewricht

Slide 5 - Quizvraag

Een kogelgewricht zit in
A
onderarm en onderbeen
B
schouder en heup
C
opperarmbeen en ellepijp
D
geen van deze antwoorden is goed

Slide 6 - Quizvraag

Bouw van een gewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Gewrichtskapsel
  3. Gewrichtssmeer
  4. Kapselbanden
  5. Kraakbeenlaagje

Slide 7 - Tekstslide

Bouw van een gewricht

Gewrichtskapsel: Vlies rondom de botten

Gewrichtsband (kapselband): houdt botten bij elkaar. Alleen bij botten die veel belast worden!

Slide 8 - Tekstslide

Bouw van een gewricht

Gewrichtssmeer: zorgt voor soepel gewricht.
Word gemaakt door gewrichtskapsel.
Voorkomt slijtage.
Kraakbeenlaagje: beschermt botten tegen slijtage

Slide 9 - Tekstslide

Anatomische namen
Articulatio Humeri
Articulatio cubiti
Articulatio genus
Articulatio coxae

Slide 10 - Tekstslide


Van welke botten heeft deze persoon last (roodgekleurde botten)
A
vertebrae cervicales
B
vertebrae sacrales
C
vertebrae lumbales
D
vertebrae thoracalis

Slide 11 - Quizvraag

Welke botten horen bij de borstkas?
A
scapulae, sternum en vertebrae thoracales
B
clavicula en costae en vertebrae cervicales
C
sternum, costae en vertebrae thoracales
D
costae en scapula en vertebrae cervicales

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Welke soorten beenderen onderscheiden we
A
Pijpbeenderen, platte beenderen, holle beenderen, regelmatige beenderen
B
Pijpbeenderen, platte beenderen, korte beenderen, onregelmatige beenderen
C
Pijpbeenderen, platte beenderen, holle beenderen, regelmatige beenderen

Slide 15 - Quizvraag

Met welk cijfer is een wervel aangegeven.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Wervelkolom
Je wervelkolom vangt schokken op door de dubbele S-vorm en door kraakbeenschijven.

Elke wervel bestaat uit een wervellichaam met een wervelgat, waarin ruggenmerg zit.

Slide 17 - Tekstslide

Wat zijn de functies van de wervelkolom?

Slide 18 - Woordweb

Welke functie heeft de wervelkolom voor het ruggenmerg?
De wervelkolom ...
A
beschermt het ruggenmerg
B
geeft stevigheid aan het ruggenmerg
C
geeft vorm aan het ruggenmerg
D
geleidt het ruggenmerg

Slide 19 - Quizvraag

Kyfose, lordose scoliose
Kyfose = een overdreven sterke, naar achteren gerichte kromming van de wervelkolom.

Lordose = een abnormaal sterke kromming van de lendenwervelkolom naar voren.

Scoliose = een kromming naar de zijkant van de wervelkolom.

Slide 20 - Tekstslide

Welke aandoening geeft het plaatje weer?

Slide 21 - Open vraag