Shiva is een van de belangrijkste godheden in het hindoeïsme, en zijn karakteristieke kenmerken en symbolen maken hem uniek binnen de hindoeïstische pantheon.
Rol: Shiva wordt vaak vereerd als de vernietiger binnen de Trimurti (drie-eenheid) van het hindoeïsme, naast Brahma de schepper en Vishnu de beschermer.
Hij speelt een cruciale rol in het proces van vernietiging en transformatie, wat nodig is voor de wedergeboorte en het herstel van evenwicht in de kosmos.
Kenmerken: Shiva wordt vaak afgebeeld met een derde oog op zijn voorhoofd, wat zijn alziendheid symboliseert. Hij draagt een halsketting van schedels (Rudraksha), een maansikkel op zijn haarlok (jata), en een slang om zijn nek.
Zijn attributen omvatten de drietand (trishula), de drum (damaru), en de as (bhasma) die zijn verbinding met spirituele kracht en transformatie vertegenwoordigen.
Aspecten: Shiva heeft vele aspecten, waaronder Mahadeva (de grote god), Nataraja (de kosmische danser), Ardhanarishvara (de god die mannelijk en vrouwelijk in zich verenigt), en vele andere vormen die verschillende aspecten van zijn kracht en genade benadrukken.
Verering: Shiva wordt op grote schaal aanbeden door hindoes over de hele wereld. Zijn tempels, zoals de beroemde Kashi Vishwanath-tempel in Varanasi en de Meenakshi-tempel in Madurai, trekken miljoenen pelgrims en devotees aan jaarlijks.
Spirituele Betekenis: Spiritueel vertegenwoordigt Shiva de universele kracht die de vernietiging van het ego en de illusies van de wereld mogelijk maakt, waardoor de ziel zuivering en bevrijding kan bereiken (moksha).
De verering van Shiva, zijn iconografie en zijn filosofische betekenis maken hem tot een van de meest vereerde en intrigerende goden in het hindoeïstische pantheon, die diep verweven is met zowel religieuze als spirituele praktijken binnen het hindoeïsme.