Middeleeuwen Introductie 4HV

De Middeleeuwen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Opbouw les
Deze les maak je kennis met de Middeleeuwen en Middeleeuwse literatuur als onderdeel van jullie literatuurproject. 

Doel: Aan het einde van deze les kan je een schematische weergave (mindmap) maken van belangrijke kenmerken van de middeleeuwse maatschappij en middeleeuwse literatuur. 


Slide 2 - Tekstslide

Doel van de lessenreeks
Aan het einde van het literatuurproject ga je de kennis die je opgedaan hebt over middeleeuwse literatuur toepassen.  Hierbij maak je gebruik van informatie uit de les, literatuurgeschiedenis.nl en een van de middeleeuwse werken (Mariken, Beatrijs of de Vos Reynaerde).

Slide 3 - Tekstslide

De Middeleeuwse literatuur

Slide 4 - Woordweb

Wat zijn hoofse romans?

Slide 5 - Woordweb

Welke symboliek gebruikte men in deze verhalen?

Slide 6 - Open vraag

Driedeling Middeleeuwen 
Vroege middeleeuwen (500-1000)
  •  Bekering tot het Christendom
  • Geestelijken waren vrijwel de enigen die konden lezen en schrijven
  • Zeer grote invloed van het geloof (theocentrisch)
Hoge middeleeuwen (1000-1300)
  • Eerste steden ontstaan
  • Literatuurgeschiedenis ‘begint’ ca. 1100
  • Eerste universiteiten komen op
Late middeleeuwen (1300-1500)
  • Burgerij krijgt meer macht - cultuur krijgt een burgerlijk karakter
  • Het grootste gedeelte van de maatschappij behoort niet tot een van de drie standen

Slide 7 - Tekstslide

De middeleeuwse maatschappij
Kenmerken:
1. Standenmaatschappij
2. Theocentrisch
3. Ridderlijk karakter
4. Burgerlijk

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Theocentrisch
  • Het geloof in God speelt een belangrijke rol in de maatschappij.
  • Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. 
  • Mensen moesten hard werken, goed leven en veel bidden om in de hemel te kunnen komen.  

Slide 10 - Tekstslide

Ridderlijk karakter
  • Focus op de adel. 
  • Boeken als statussymbool. 

Slide 11 - Tekstslide

Burgerlijk karakter
  • Hoge Middeleeuwen
  • Rijke handelaren en gildemeesters
  • Gotische stadhuizen, gildehuizen, portretten van gezinnen etc.

Slide 12 - Tekstslide

Middeleeuwse literatuur
Tot het eind van de 11e eeuw: 
  • Schrijven in Latijn. 
  • Mondelinge overlevering volksverhalen.

Slide 13 - Tekstslide

Middeleeuwse verhalen rijmen vaak. Welk belangrijk voordeel zou dit hebben voor de vertellers?

Slide 14 - Open vraag

 12e en 13e eeuw: literatuur was theocentrisch en ridderlijk (heiligenlevens en ridderromans werden geschreven)

Slide 15 - Tekstslide

In de 13e eeuw komt ook didactische literatuur, gericht op (het opvoeden van) de adel en de burgerij.

Slide 16 - Tekstslide

Boekdrukkunst
  • Rond 1450 vond Johannes Gutenberg de boekdrukkunst uit. 
  • Rijm werd overbodig, verhalen werden in proza omgezet.

Slide 17 - Tekstslide

Wat zouden de voordelen kunnen zijn van het produceren van boeken met de drukpers van Gutenberg?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Taal
Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu

Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij. Waarop wachten we nu?

Slide 20 - Tekstslide

Middeleeuwen

Slide 21 - Woordweb

Evaluatie
  • Welke begrippen komen het vaakst voor in het woordweb? 
  • Hebben jullie het idee dat er begrippen missen? 
  • Waarom heb je gekozen voor een bepaald begrip? 

Vragen? 

Slide 22 - Tekstslide