NL Grammatica werkwoordspelling (herhaling)

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd
De ik-vorm in een zin krijgt nooit een t.
  • Voorbeeld: ik loop, ik verhuis, ik fiets, ik vind, ik kijk, ik lees.
De ander in een zin krijgt altijd een t.
De t wordt dan geplaatst achter de ik-vorm.
  • Voorbeeld: jij loopt, hij verhuist, zij vindt, het vliegtuig landt, men leest, de hond blaft, de plant groeit, de zon schijnt.

Slide 3 - Tekstslide

Alle studenten zijn (motiveren) om weer te starten met een opleiding. Kees heeft laatst (oefenen) met een energizer. Guus (vinden) Kahoot leuk en hij (houden van) Duitsland.

Slide 4 - Open vraag

Juiste antwoord

Alle studenten zijn gemotiveerd om te starten met de opleiding.

Kelvin heeft laatst geoefend met een energizer.

Paul vindt Kahoot leuk en hij houdt van Duitsland.

Slide 5 - Tekstslide

Amir (vinden) voetbal leuk en Brian heeft ook altijd (voetballen)

Slide 6 - Woordweb

Juiste antwoord
Amir vindt voetbal leuk en Brian heeft ook altijd gevoetbald

Slide 7 - Tekstslide

Brendon heeft hard gewerkt en is bijna (afstuderen).
A
Afgestudeerdt
B
Afgestudeert
C
Afgestudeerd

Slide 8 - Quizvraag

Stef en Liz zijn goed bevrien(..) en ze hebben vaak met elkaar (whatsappen)

Slide 9 - Open vraag

Juiste antwoord

Stef en Liz zijn goed bevriend en ze hebben vaak met elkaar gewhatsappt


(blijft dubbel 'p' ivm engelse uitspraak, in tegenstelling tot bijv. 'gebasketbalt')

Slide 10 - Tekstslide

Evelien heeft bij 30 Seconds bijna alle vragen goed (antwoorden) en Jojanneke (bevinden) zich het liefst op creatief terrein.
A
geantwoord - bevindt
B
beantwoord - bevindt
C
beantwoordt - bevindt
D
geantwoord - bevind

Slide 11 - Quizvraag

Carlien is pas (starten) in de klas en Jitze heeft vorige week ook weer (deelnemen) aan de les.

Slide 12 - Open vraag

Juiste antwoord
Carlien is pas gestart in de groep en Jitze heeft vorige week ook weer deelgenomen aan de les.

Slide 13 - Tekstslide

Melanie (twijfelen) nog over de opleiding die ze (willen) doen.


Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




9





Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen
























Waaróm is het niet 'zij wilt'? 







- Heeft te maken met de geschiedenis van het werkwoord willen. - Willen had vroeger geen tegenwoordige tijd. De aanvoegende wijs wille/wil heeft die functie (langgeleden) erbij genomen - De vorm wille is sinds lang verouderd; de vorm wil is nog steeds heel gewoon




















Slide



















Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen




9





Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.








Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.







Differentiëer






Differentiëer





Instellingen
























Waaróm is het niet 'zij wilt'? 







- Heeft te maken met de geschiedenis van het werkwoord willen. - Willen had vroeger geen tegenwoordige tijd. De aanvoegende wijs wille/wil heeft die functie (langgeleden) erbij genomen - De vorm wille is sinds lang verouderd; de vorm wil is nog steeds heel gewoon




















Slide















A
twijfeld - wilt
B
twijfelt - wil
C
twijfeldt - wilt
D
twijfeld - wil

Slide 14 - Quizvraag

Jessica heeft (googelen) naar kleurlenzen, want ze (willen) voor een feestje een ander kleur ogen.

Slide 15 - Open vraag

 Google?

Zij googelt (tt)

Zij heeft gegoogeld (volt.dlw)

Zij googelde (vt) 

* officiele NL spelling

maar googlet of gegoogled wordt wel vaak gebruikt



Waaróm is het niet 'zij wilt'? 

- Geschiedenis van het werkwoord willen.

- Willen had vroeger geen tegenwoordige tijd. De aanvoegende wijs wille/wil heeft die functie (langgeleden) erbij genomen

- De vorm wil is nog steeds heel gewoon

Slide 16 - Tekstslide

Josje heeft krulspelden in haar haren (aanbrengen), zodat ze een bos krullen kreeg

Slide 17 - Open vraag

Lisa heeft altijd veel (basketballen) en Tim (worden) vrolijk van de zomer. Laila heeft in Zuid Afrika (wonen).
A
gebasketballt
B
gebasketballd
C
gebasketbalt
D
gebasketbald

Slide 18 - Quizvraag

Hoe zit dat dan? ('t Kofschipx / ’t sexy fokschaap
 

Slide 19 - Tekstslide