le 17 avril

cours du 4 avril
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

cours du 4 avril

Slide 1 - Tekstslide

le 7 mai

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

le 17 avril
- Mini-test voc F (colonne 1)
- lire dialogue 1 ensemble
- Qu'est ce que tu VAS FAIRE pendant les vacances?
- regarder extra en français


Slide 4 - Tekstslide

Mini-test voc F
  1. légume
  2. entrée
  3. volontiers
  4. plat principal
  5. commande
  6. boisson
  7. viande
  8. fromage
  9. goûter

timer
2:30

Slide 5 - Tekstslide

lire ensemble: dialogue 1

Slide 6 - Tekstslide

1. Hoe maak je de futur proche?
A
met 1 werkwoord
B
met een samengesteld werkwoord
C
met 2 werkwoorden

Slide 7 - Quizvraag

2. Wat pak je voor het 1e werkwoord?
A
een vorm van être
B
een vorm van aller
C
een vorm van avoir
D
een vorm van faire

Slide 8 - Quizvraag

3. Geef de JE en de NOUS-vorm van ALLER.
A
vais, allons
B
vas, allons
C
vais, allez
D
vas, allez

Slide 9 - Quizvraag

4. Geef de ELLE en de ELLES-vorm van ALLER.
A
vas, allent
B
va, allent
C
vas, vont
D
va, vont

Slide 10 - Quizvraag

5. Wat doe je met het HOOFDWERKWOORD als je de futur proche maakt?
A
je vervangt -er door -é
B
je pakt het hele werkwoord
C
je vervoegt hem
D
je pakt ALLER

Slide 11 - Quizvraag

6. Ik ga lopen =
A
je vas marcher
B
je vas marché
C
je vais marcher
D
je vais marché

Slide 12 - Quizvraag

7. u gaat zijn =
A
vous allez être
B
vous allez été
C
vous avez être
D
vous avez été

Slide 13 - Quizvraag

Qu'est-ce que tu VAS FAIRE pendant les vacances ?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

devoirs
- Répète voc F (colonne 1)
- Fais 9A (p. 63)

Slide 16 - Tekstslide

être/avoir/aller + verbe

Slide 17 - Tekstslide

le 9 avril

Slide 18 - Tekstslide

le 9 avril

Slide 19 - Tekstslide

le 9 avril

Slide 20 - Tekstslide

le 9 avril

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Woordweb


A

Slide 23 - Quizvraag